Een komma

Een komma is een rustpunt in de zin, vaak een korte pauze bij hardop lezen. Je gebruikt een komma in de volgende gevallen:

 

Komma's en voegwoorden

Je schrijft een komma voor voegwoorden zoals 'omdat', 'want' en 'hoewel':

 

Gebruik een komma als dat de zin verduidelijkt

Je schrijft meestal geen komma voor het woordje 'en', maar soms is het wel nodig, om de betekenis van de zin te verduidelijken:

In het eerste voorbeeld houdt die 'iemand' van mensen die kunnen zingen. In het tweede voorbeeld kent de ik-figuur mensen die kunnen zingen.

 

Altijd een spatie achter de komma

Na de komma komt altijd een spatie. Vóór de komma juist niet. Op deze manier zorg je ervoor dat aan het eind van een regel de komma altijd bij het voorafgaande woord blijft.

Eventuele 'aanhalingstekens sluiten' na de komma komen nog voor de spatie: