Noteer over welk niveau van de ecologie de onderstaande omschrijvingen gaan.
Een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling kunnen voortplanten. ……….
Éen enkel organisme. ………
Een bepaald gebied, waarbinnen de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen. ………..
Alle populaties van verschillende soorten die in een bepaald gebied leven. ………………
Op de Waddeneilanden leven konijnen. Behoren de konijnen op Texel en de konijnen op Vlieland tot dezelfde populatie? …….
Waaruit bestaat een biotoop? …………………….
In een vijver leven o.a. algen, stekelbaarsjes, waterkevers, waterplanten en watervlooien. Maken deze organismen deel uit van dezelfde levensgemeenschap? En van hetzelfde ecosysteem? ………