Lees de stellingen hieronder. Geef elke stelling een cijfer tussen de 1 en 5. Zie onder de stellingen waar de cijfers voor staan. Geef ook aan waarom je dat cijfer hebt gegeven; leg dus je keuze uit!
Stelling 1: ‘’Als ik in de supermarkt ben en ik kan kiezen voor een biologische versie van een product, dan kies ik daar ook voor.’’
Stelling 2: ‘’Omdat ik 7 dagen per week vlees eet houd ik het mondiale voedselprobleem in stand.’’
Stelling 3: ‘’Ik doe niet aan voedselverspilling. Ik gooi mijn boterhammen bijvoorbeeld niet weg, maar eet ze netjes op.’’
Stelling 4: ‘’Omdat ik een hamburger bij de Mc Donald eet zijn er kinderen in Afrika die ondervoed raken.’’
Stelling 5: ‘’Het is beter om vegetarisch te eten, de productie van vlees is namelijk niet goed voor het broeikaseffect.’’
Stelling 6: ‘’Sinds het nieuws over plofkippen eet ik het liefst geen kip meer.’’
Stelling 7: ‘’Omdat de productie van soja ten koste gaat van het tropisch regenwoud eet en drink ik geen soja producten.’’
Stelling 8: ‘’In de winter eet ik geen aardbeien. Een aardbei is namelijk een zomerfruit.’’