Paulus is 14 jaar. hij word bijna een man.
Paulus houdt heel veel van zijn vader, die heeft hem geleerd hoe je moet vechten en hoe je slaven moet commanderen.
Hij mag de laatste tijd steeds vaker mee met zijn vader, en niet meer alleen met de huisleraar. Hij hoort vader overleggen met belangrijke mensen en afspraken maken over zaken. Maar nu hij zijn vader meer ziet, lijkt het wel alsof hij helemaal niet van Rome houdt. Zou het kunnen? De afspraken die hij maakt gaan over de keizer en hoe hij wel op zijn plek zou willen zitten. Zou vader een vijand zijn van Rome?
Paulus weet het niet, hij weet niet wat hij moet doen.
Dus hij vraagt aan jou, een van zijn vrienden van de soldaten training wat hij moet doen.