Opdracht 2.
Het is natuurlijk wel een beetje vroeg om al te weten wat je later wilt gaan doen. Toch zijn er leerlingen die al precies voor ogen hebben wat ze later willen worden. Dat maakt de keuze voor de sector makkelijker.
De meeste leerlingen komen voorlopig niet verder dan: "Iets met........(met metaal, met kinderen, in de open lucht, met gezondheid, in de horeca enz.)"
Probeer aan te geven wat jij wilt gaan doen. Noteer dit in je schrift.
Opdracht 3.
Welke eigenschappen heb je nodig voor dat wat je wilt gaan doen? Wat moet je kunnen\zijn voor de richting die jij op wilt gaan?
Maak een top 3 van belangrijkste eigenschappen. Noteer deze in je schrift.
Opdracht 4.
Zet achter elke eigenschap die je hebt opgeschreven bij opdracht 3. of jij deze eigenschap bezit. Een + voor ja, een - voor nee.
Opdracht 5.
Kijk goed in je schrift. Je hebt een bepaalde richting of beroep genoteerd en de eigenschappen die daarbij horen. Tot slot heb je met een + of een - aangegeven of jij die eigenschappen bezit.
Vind je zelf dat je geschikt bent voor de richting of het beroep dat je wilt gaan kiezen?