Introducing yourself
Have a conversation with a classmate. Use the table below.
Voer een gesprek met een klasgenoot. Gebruik onderstaande tabel.
Preparation
Voorbereiding
Having the conversation
Het gesprek voeren
Persoon A |
Persoon B |
||
1 |
Groet en stel je voor. |
1 |
Groet terug en stel je voor. |
2 |
Vraag naar de hobby’s van B. |
2 |
Geef antwoord. Vraag naar de hobby’s van A. |
3 |
Geef antwoord. Vraag of B een baantje heeft. |
3 |
Geef antwoord. |
4 |
Geef antwoord. |
4 |
Geef antwoord. |
5 |
Geef antwoord. Stel een zelfbedachte vraag. |
5 |
Geef antwoord. Stel een zelfbedachte vraag. |
6 |
Geef antwoord. Rond het gesprek af. |
6 |
Reageer en sluit af. |