Als eindopdracht B maak je in Google documententwee tabellen met elk twee kolommen.
Aan de slag
Tik in het eerste vakje van de eerste kolom: 'hele werkwoord'.
Tik in het eerste vakje van de tweede kolom: 'voltooid deelwoord'.
In Tabel 1 komen minimaal acht werkwoorden waarvan het voltooid deelwoord eindigt op een '-t'. Bijvoorbeeld: Vissen (want je schrijft: Hij heeft gevist).
In Tabel 2 komen minimaal acht werkwoorden waarvan het voltooid deelwoord eindigt op een '-d'. Bijvoorbeeld: Rennen (want je schrijft: Hij heeft gerend).
Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling op het volgende:
Zijn er twee tabellen met elk twee kolommen.
Zijn de tabellen netjes gemaakt.
Staan in tabel 1 alleen werkwoorden waarvan het voltooid deelwoord eindigt op een t.
Staan in tabel 2 alleen werkwoorden waarvan het voltooid deelwoord eindigt op een d.