Activiteiten
| Aan de slag | ||
| Stap | Activiteit | |
| Stap 1 | ![]() |
Na het bestuderen van de kennisbank kan ik in verschillende zinnen het persoonlijk voornaamwoord vinden. |
| Stap 2 | ![]() |
Ik kan de persoonlijk voornaamwoorden in een zin herkennen. |
| Afronding | ||
| Onderdeel | Activiteit | |
| Samenvattend | ![]() |
Hier vind ik de kennisbank die hoort bij deze opdracht. |
| Eindopdracht | ![]() |
Maak de eindtoets 'persoonlijk voornaamwoord'. |
| Extra | ![]() |
Maak de extra oefening. Overleg met mijn docent. |
| Terugkijken | ![]() |
Terugkijken op de opdracht. |
Tijd
Voor deze opdracht heb je één lesuur nodig.