Begin met het bedenken van een zin waarvan je de rebus wilt maken.
Zorg dat de zin niet te kort, maar ook niet te lang is.
Zorg dat er wel minimaal één zelfstandig naamwoord in je zin zit.
Bedenk welke figuren je zou kunnen gebruiken om de rebus te maken.
Bedenk bij elke figuur welke letters je moet toevoegen of moet weglaten.
Teken zelf de figuren of ga op internet op zoek naar passende afbeeldingen.
Zorg dat de figuren in de goede volgorde op een stuk papier komen te staan.
Geef onder ieder figuur aan uit hoeveel letters het woord bestaat.
Je doet dat door er hokjes onder te tekenen.
Afronden
Vraag een klasgenoot of hij de rebus kan oplossen.
Vraag hem/haar om commentaar op je rebus.
Verwerk het commentaar.
Natuurlijk los jij ook de rebus van je klasgenoot op.
Geef op een positieve manier commentaar.
Klaar?
Laat je rebus beoordelen door je docent. Beoordelingscriteria:
oplosbaarheid: is de rebus op te lossen?
creativiteit: is de rebus origineel?
netheid: ziet de rebus er netjes uit?
Staat er minimaal één zelfstandig naamwoord in de zin?