Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je het verschil herkennen tussen zelfstandig en niet-zelfstandig gebruik van het bezittelijk voornaamwoord?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer één les uur met de opdracht bezig zou zijn.
Had je voldoende tijd om met het bezittelijk voornaamwoord te oefenen?
Inhoud
Weet je nu wanneer je hun gebruikt en wanneer jullie?
Eindopdracht A
Had je een goed cijfer voor de toets? Dan heb je het gebruik van het bezittelijk voornaamwoord goed begrepen!
Eindopdracht B
Heb je de extra oefeningen op het werkblad gemaakt en ingeleverd?