Het toedienen van anesthesie is in de wet als apart onderdeel van je opleiding omschreven. Dit betekent dat je veel kennis over de anaesthesie en de pijnbestrijding moet hebben.
Aan het eind van deze cursus kun je:
aangeven welke onderzoeken er plaatsvinden bij een pre-anesthetisch onderzoek;
de normaalwaardes van een pre-anesthetisch onderzoek benoemen;
methodes benoemen om de klant te informeren over de mogelijkheden van het pre-anesthetisch onderzoek;
materialen voor de anesthesie klaarleggen;
benoemen hoe je kan assisteren bij het toedienen van de anesthesie;
de narcosestadia van de patiënt benoemen;
de bouw, werking en onderhoud van de gasnarcose apparatuur uitleggen;
de werking, normaalwaarden van bewakingsapparatuur uitleggen en hoe te handelen bij afwijkingen;
benoemen hoe je de toestand van de patiënt kan monitoren tijdens de anesthesie;
benoemen hoe je een anesthesieverslag bijhoudt;
benoemen hoe je de anesthesiediepte kan bijstellen na instructie;
benoemen hoe je de anesthesie stopt en de patiënt afkoppelt;
de bewaking van de patiënt tijdens de recovery benoemen;
pijnsignalen herkennen;
verschillen in werking van productgroepen analgetica uitleggen;
uitleggen welke analgetica pre- en postoperatief kunnen worden toegediend;
de volgende Latijnse termen benoemen: apnoe, hypoventilatie, bradycardie, tachycardie, arytmie, hypotensie, hypertensie, hypoxie, analgesie, pre- en postoperatief.