In de onderdelen A t/m E heb je geleerd hoe zintuigcellen in onze ogen, oren, huid, neus en mond informatie over de wereld om ons heen omzetten in impulsen en via de zenuwen doorgeven aan de hersenen. Vaak werken de verschillende zintuigen daarbij samen.
Dit laatste, korte onderdeel gaat over zintuigcellen die waarnemen wat er IN je lichaam gebeurt en daarmee bijvoorbeeld je hartslag en je ademhaling beïnvloeden.