5. Begrippenlijst

Mechanische bescherming/afweer
Eerste afweer door aanpassingen aan de buitenkant van het lichaam om ziekteverwekkers uit te schakelen of tegen te houden. Voorbeelden bij de mens: huid en slijm(vlies).
Haar
Alle zoogdieren hebben een huidbedekking met haren (vacht). Dit houdt de warmte vast en dient als bescherming.
Haarspiertje
Kan de haar laten bewegen. Bij kou gaan de haren rechtop staan.
Pigmentcellen
Pigment bestaat uit pigmentcellen die een kleurstof bevatten die de gevaarlijke UV straling kunnen opnemen.
Zintuigcellen
Zintuigen bestaan uit zintuigcellen. In deze cellen worden prikkels omgezet in impulsen.
tastzintuig
Geeft informatie over de structuur van hetgeen je aanraakt.
Pijnzintuig
Waarschuwt je als je huid beschadigd dreigt te worden.
Drukzintuig
Geeft je informatie over de massa en/of breekbaarheid van hetgeen je aanraakt.
Koudezintuig
Geeft informatie over de kou van hetgeen je aanraakt.
Warmtezintuig
Geeft informatie over de warmte van hetgeen je aanraakt.
Zweet
Uitscheidingsproduct dat een functie heeft bij het regelen van de temperatuur van het lichaam.
Griep
Ziekte veroorzaakt door een virus.
Virus
Een stukje DNA met eiwit eromheen dat organismen ziek kan maken. Een virus is geen organisme, omdat het geen levensverschijnselen vertoont.
Voelen
Het waarnemen van aanraking, druk, warmte of kou (tastzintuig en drukzintuig, warmte- en koudezintuigen).

Talg
Afscheiding van talgklieren. Doodt bacteriƫn en houdt de huid soepel.

Talgklier
Hier wordt talg (een vetachtige stof) gemaakt.
Zweetklier
Maakt zweet. Door zweet te verdampen koel je af.
Bloedvaten in de huid
Transporteren zuurstof en voedsel naar de huid. Ook brengen ze warmte naar de huid waardoor je kunt afkoelen.
Afweersysteem
Alle reacties die een organisme heeft op het binnendringen van ziekteverwekkers en lichaamsvreemde stoffen.
Vet
Houdt warmte vast (isolatie) en dient als reservevoedsel.