3. Zintuigen en adequate prikkels

Je neemt prikkels uit de omgeving waar door middel van je zintuigen. Zintuigen bestaan uit zintuigcellen. Die zintuigcellen geven de prikkels uit je omgeving door aan je hersenen.
Hierdoor kun je reageren op de prikkels. De zintuigen liggen in je ogen, oren, tong, neus en huid.
Met deze zintuigen kun je zien, horen, ruiken, proeven en voelen.

Een prikkel waar het zintuig gevoelig voor is, heet een adequate prikkel voor dat zintuig.
prikkels


Voor de gezichtszintuigen is licht de adequate prikkel.



Voor de gehoorzintuigen is geluid de adequate prikkel.


Voor de reukzintuigen is geur de adequate prikkel.


Voor de smaakzintuigen zijn zoet, zout, zuur, bitter en umami adequate prikkels.

Voor de gevoelszintuigen zijn druk, warmte en kou adequate prikkels.