Activiteiten
Aan de slag | ||
Stap | Activiteit | |
Stap 1 | ![]() |
Bestudeer de Kennisbank en maak de oefeningen. |
Stap 2 | ![]() |
Maak een oefening met voorzetsels van tijd, plaats en reden/oorzaak. |
Stap 3 | ![]() ![]() |
Zoek op internet werkwoorden met vaste voorzetsels. Maak zes zinnen. Bespreek ze met een klasgenoot. |
Stap 4 | ![]() |
Maak nog een oefening met voorzetsels. |
Afronding | ||
Onderdeel | Activiteit | |
Samenvattend | ![]() |
Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht. |
Eindopdracht | ![]() |
Schrijf zes zinnen met een combinatie van twee voorzetsels. |
Terugkijken | ![]() |
Terugkijken op de opdracht. |
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer één lesuur nodig.