Aan een zware aardbeving gaan altijd een aantal kleinere bevingen vooraf. Mensen kunnen die bevingen vaak niet voelen, maar seismometers - gevoelige bewakingsapparaten - nemen ze wel waar.
Californië is bezaaid met een dicht netwerk van seismometers, er zijn er zo’n duizend. Ze meten het verschil tussen P- en S-golven. Je kunt dat het beste vergelijken met bliksem en donder. Je ziet eerst de bliksem en hoort later de donder.
Bij P-golven wordt de aardkorst in elkaar gedrukt en daarna weer uit elkaar getrokken. Deze golven brengen de bodem in dezelfde richting in beweging als waarin ze zich voortplanten. S-golven brengen de bodem loodrecht op de richting waarin ze zich voortplanten in beweging.
Het early warning system (vroegtijdig waarschuwingssysteem) meet de P-golf (de primaire of geluidsgolf), die zorgt voor een geringe beweging van de bodem. De P-golf (zo’n 6 km/sec) wordt gevolg door een S-golf (secundaire golf), die de bodem veel meer in beweging brengt. De S-golf plant zich met een snelheid van zo’n 3 km/sec voort. Vlak na deze golven beginnen de verwoestende schokken aan het aardoppervlak. Je ziet die golven terug op een seismogram:
Een computer ontvangt de P-golf en stuurt een waarschuwend signaal voordat de schadelijke S-golf er aankomt. Er zijn apps in de handel die mensen via hun smartphone waarschuwen voor de komende aardbeving. Afhankelijk van de afstand tot het epicentrum van de aardbeving hebben de ontvangers van de app enkele seconden tot een minuut de tijd om zich in veiligheid te brengen; ze kunnen bijvoorbeeld onder een tafel duiken om de ergste klappen op te vangen.
Het waarschuwingssysteem geeft je niet veel tijd, maar het kan toch een verschil tussen leven en dood betekenen.
De volgende video laat zien hoe de app 'Shake Alert' werkt: