Opdracht: de grenzen en identiteit van je eigen omgeving
- Bij het maken van de brochure heb je de keuze al gemaakt voor een bepaald gebied: je wijk, je dorp of je stad. In deze module heb je al veel geleerd over grenzen. Hier ga je de grenzen van je eigen gebied beschrijven. Schrijf een kort verslagje van 200-300 woorden over wat voor soorten grenzen er omheen liggen en hoe die zich hebben ontwikkeld in de tijd.
- Je eigen omgeving heeft ook een regionale identiteit. Wat is die identiteit? Schrijf een kort verslagje van 200-300 woorden en betrek daarin belasngrijke kenmerken als binding met het territorium, gewoontes en kenmerken, gemeenschappelijke geschiedenis, gemeenschappelijke taal/dialect en/of gemeenschappelijke religie.
- Je bent in je onderzoek in module 14 al op onderzoek uit geweest naar het welzijn van de bewoners. Bestudeer de gegevens opnieuw en probeer vast te stellen of je daar ook conclusies uit kunt trekken over de leefbaarheid, sociale samenhang en veiligheid. Als je informatie mist, zoek je die op. Daarvoor kun je terug naar stap 2, waarin uitgebreid beschreven staat hoe je die informatie kunt vinden.
- De mogelijke problemen die jij in je eigen wijk of dorp signaleert, zullen meer mensen gesignaleerd hebben. Misschien voert de gemeente al wel verbeteringen uit aan de wijk? Wellicht zijn lokale initiatieven van bewoners? Wat doen woningcorporaties in de wijk? Ga op zoek naar de verbeteringen die aan je wijk of dorp worden uitgevoerd. Maak daar een kort overzicht van, waarin je aangeeft wat ze precies proberen te verbeteren. Daarna geef je per initiatief aan wat jij daar van vindt, je beoordeelt de initiatieven. Zijn ze goed of niet en waarom wel of niet? Verbetert de leefbaarheid ook echt? Verandert ook het woningaanbod en verbetert de openbare ruimte? Is er sprake van participatie van bewoners? Tenslotte geef je kort aan welke verbetervoorstellen jij zou willen inzetten.
Als je deze opdrachten klaar hebt, lever je de opdracht ter goedkeuring aan je docent.