Stap3

ideeën over integratie
Bekijk voordat je aan deze opdracht begint deze video:


Hieronder staan vier vragen en antwoorden uit het inburgeringsexamen (2005) uit de categorieën ‘kent u de mensen?’ En ‘kent u de regels?’

Vragen en antwoorden inburgeringsexamen (2005)

  1. Vraag: Welke voortuin is bij Nederlanders geaccepteerd?
    Antwoord: Nederlanders hebben zo hun voorkeur als het gaat om de voortuin van de buren of andere straatgenoten. De meeste Nederlanders vinden het niet leuk om naar troep van anderen te moeten kijken. Daarom moeten we onze voortuin of oprit schoon proberen te houden. Troep in het straatbeeld hebben we liever niet.
  2. Vraag: Uw dochter is een slimme meid. Ze wil na haar middelbare school graag leren. Welke reactie is het best?
    Antwoord: Goed idee, vooral doen en verdergaan met leren.
  3. Vraag: Bij de buren van drie huizen verderop staat ineens een houten ooievaar in de tuin. Zij hebben daar dus een kindje gekregen. Het zijn aardige mensen die u altijd groet. Wat kunt u het beste als eerst doen?
    Antwoord: U doet meteen een felicitatiekaartje in de brievenbus.
  4. Vraag: Uw kind vindt het leuk op school. Het gaat ook goed met leren. U hebt het hele jaar nog geen gesprek gehad met de leerkracht van uw kind. Wat doet u?
    Antwoord: U vraagt om een gesprek. Ouders zijn verantwoordelijk voor het handelen en de opvoeding van hun kinderen. Scholen verwachten dan ook betrokkenheid van ouders op het gebied van de vorderingen en eventuele problemen van hun kind.

Bij welke gedachte over integratie vind jij dat de vragen en antwoorden het beste passen?
Kies uit de volgende gedachten:

  1. Assimilatie
  2. Wederzijdse aanpassing
  3. Behoud van eigen identiteit

Schrijf bij elke vraag op waarom je voor die specifieke gedachte gekozen hebt.

Wanneer je naar een land migreert in een ander cultuurgebied, betekent het dat je zult moeten wennen aan die andere cultuur. En hoe anders die cultuur is, hoe moeilijker dat zal zijn. De vraag is ook hoeveel je van je eigen cultuur je kunt behouden.

 

Tolerantie, insluiten en uitsluiten

Soms is de bevolking van het nieuwe land niet erg tolerant. Stel: jij bent de migrant en nieuw in een land. Als jouw eigen cultuur in de ogen van de oorspronkelijke bewoners te veel afwijkt van hun cultuur, zullen ze je uitsluiten en jouw eigen cultuur niet accepteren. Deze uitsluiting zorgt ervoor dat je niet tot de bevolking behoort. Maar wanneer je gewend raakt aan de andere cultuur en daar misschien ook wel wat van overneemt, kan de plaatselijke bevolking je insluiten en je wel accepteren. Door deze insluiting hoor je wel tot de bevolking.

Bekijk het volgende plaatje. Bedenk wat dit met insluiting en uitsluiting te maken heeft.