Weerstanden die in serie staan, staan dus achter elkaar. Oftewel, de stroom loopt eerst door de eerste weerstanden, daarna door de tweede weerstand enzovoort.
In de volgende video wordt je uitgelegd hoe de stroom loopt, wat een weerstand doet en hoe je een vervangingsweerstand kunt uitrekenen.
Vervangingsweerstand berekenen bij weerstanden in serie https://www.youtube.com/watch?v=2lQMiMJrRIA
In de video heb je al kunnen zien dat de formule voor het uitrekenen van een vervangingsweerstand in een serieschakeling als volgt is:
Rv = R1 + R2 + R3 + ...
R = weerstand
v = vervanging (Rv = vervangingsweerstand)
1, 2, 3, ... = nummer van de weerstand (R1 = weerstand 1, R2 = weerstand 2, enzovoort)
Voorbeeld 1: 2 weerstanden in serie
Weerstand 1 (R1) = 100 Ω
Weerstand 2 (R2) = 150 Ω
De vervangingsweerstand (Rv) = R1 + R2 = 100 + 150 = 250 Ω
Voorbeeld 2: 4 weerstanden in serie
R1 = 150 Ω
R2 = 68 Ω
R3 = 68 Ω
R4 = 350 Ω
Rv = R1 + R2 + R3 + R4 = 150 + 68 +68 +350 = 636 Ω
Zometeen krijg je een oefening waarin je met weerstanden gaat rekenen. We herhalen dan de formule nog even voor je.