Antwoorden eindtoets

1.

Inkomsten: part- time job + DUO --> €550 + €250 = €800,-

Uitgaven: alle uitgaven in de maand februari optellen--> €790,-

Verschil: €800 - €790 = €10,-

Ja, Jan heeft nog €10,- over

2.

Inkomsten> Uitgaven dus een overschot van €10,-

Jan kan het overschot sparen of uitgeven

3.

Antwoord 1: Een begroting aan het begin van een periode maken en ervoor zorgen dat het zo realistisch mogelijk is.

Antwoord 2: Als er een overschot is, kan je het geld sparen/ uitgeven. Als er een tekort is kan je lenen.

4.

Dagelijkse uitgaven of incidentele uitgaven. Het is moeilijk om vaste lasten op korte termijn te bezuinigen aangezien er normaal gesproken een contract/ overeenkomst/abonnement is afgesloten.

5.

Dagelijkse uitgaven:

 

Boodschappen €150,-
Uitgaan €50,-
Kleding €75,-
Vaste uitgaven:  
Huur kamer €350,-
Gas/water/licht €55,-
Verzekeringen €60,-
Abonnement €50,-
Incidentele uitgaven:  
-  

 

6.

Begroting februari 2018
Inkomsten Bedrag Uitgaven Bedrag

Part- time job

€550,- Dagelijkse uitgaven:  
DUO €250,- Boodschappen €150,-
    Uitgaan €50,-
    Kleding €75,-
    Vaste uitgaven:  
    Huur kamer €350,-
    Gas/water/licht €55,-
    Verzekeringen €60,-
    Abonnement €50,-
   

Sparen

€10,-
Totaal: €800,- Totaal: €800,-