Een sensor kun je zien als een zintuig. Dit woord komt van het Engelse woord 'sense'. Je zintuigen kunnen dingen zien, horen, voelen of ruiken. Een sensor kan dat ook. Een bekende sensor - die je waarschijnlijk wel kent - is de bewegingssensor. Je komt hem veel tegen op buitenlampen. Zodra deze sensor beweging ziet dan wordt de lamp aan gedaan. En een sensor die je nog beter kent is de lichtknop/lichtschakelaar. Deze sensor voelt dat hij ingedrukt wordt doordat er stroom wordt doorgelaten over verbroken. Daarmee laat je dan de lamp (actor) aan of uit gaan.
Met een slimme bewegingssensor kun je een lamp aan laten gaan, maar je kunt hem ook gebruiken voor je alarminstallatie, want als je er niet bent en hij ziet beweging dan is er misschien wel iets aan de hand.
Je ziet de sensor hiernaast ingebouwd in het plafond. Hij zou zelfs een geluid af kunnen spelen via de speaker ernaast. Deze sensor kan nog meer meten (het is de Aeotec Multisensor 6). Hij kan bijvoorbeeld ook de hoeveelheid licht meten en daarmee bijvoorbeeld automatisch de verlichting aan laten gaan. Ook meet hij de temperatuur om misschien de verwarming in of uit te schakelen.
Er zijn ook sensoren die:
De sensoren zijn slim, maar natuurlijk geven ze informatie door aan de gateway. De gateway is het brein van het systeem. Daarin programmeer je wat er moet gebeuren bij een melding (zoals in de voorbeelden hierboven).
Hoe die informatie verwerkt wordt ga je nu leren...