Opstellen gelijkheden

In het plaatje staan een vierkant en twee rechthoeken.
Rechthoek II is 4 cm langer en 3 cm smaller dan vierkant I.
Rechthoek III is 2 cm langer en 1 cm smaller dan vierkant I.
Hoeveel cm2 verschillen de oppervlakten van II en III?

Zeg dat vierkant I lengte en breedte heeft, dan is:
de oppervlakte van II: en
de oppervlakte van III: .
Rechthoek III is dus 10 cm2 groter dan rechthoek II.