Exogene krachten

Exogene processen (veranderingen van buitenaf)

Door krachten van binnenuit de aarde ontstaan gebergte. Als je naar zulke enorme steenmassa's kijkt krijg je het gevoel dat ze voor altijd daar staan, maar in de werkelijkheid is dat niet zo. Krachten van buitenaf de aarde slopen de steenmassa's aan het aaroppervlak. Eerst wordt verwering uitgelegd en daarna de soorten verwering namelijk mechanische en chemische verwering. Verder wordt de invloed van klimaat op verwering uitgelegd en hoe door transport van verweerde materiaal erosie en sedimentatie plaatsvinden.

De aardkorst bestaat uit gesteenten. Bij vulkanisme heb je geleerd dat onder andere ontstaan door het afkoelen en hard worden van lava. De gesteenten op aarde worden langzaam afgebroken door exogene krachten. Verwering speelt hierbij een belangrijke rol. Verwering is de aantasting van gesteenten door de inwerking van temperatuur, regenwater en planten. Deze zorgen ervoor dat het gesteente uit elkaar vallen (mechanische verwering) of van samenstelling verandert (chemische verwering).

Mechanische verwering

Bij mechanische verwering valt gesteente in kleinere stukjes uiteen zonder dat de samenstelling verandert. Bron 11 geef je een overzicht van mechanische verwering.

10. Een voorbeeld hoe mechanische verwering werkt

Mechanische verwering komt onder 4 omstandigheden voor. 

In scheurtjes van gesteenten zit water. Bij temperaturen onder de nul bevriest het water. Door bevriezing neemt volume van water toe. Deze toename van volume drukt het gesteente uiteen. Vorstverwering gaat het snelst als vorst en dooi elkaar afwisselen.

Instraling van de zon is de 2e oorzaak van mechanische verwering. Overdag verwarmt de zon het gesteente. Het gesteente zet door deze warmte uit. ’s Nachts koelt het af, waardoor het gesteente inkrimpt. Door dit uitzetten en inkrimpen, springen er schilfers van het gesteente af. Hoe groter het verschil tussen de dag- en nachttemperatuur, hoe groter deze verwering. De snelheid van de verwarming hangt ook af van de kleur en de samenstelling van gesteenten. Zo absorbeert donker gesteente meer zonnestralen dan licht gekleurd gesteente.

Het ontstaan van zoutkristallen is de 3e oorzaak. Als water in scheurtjes van gesteenten verdampt blijft mineralen achter. Deze zoutkristallen groeien aan en maken de scheurtjes groter.

Wortels van planten dringen scheurtjes in gesteenten binnen. Door groei krijgen planten dikkere wortels. Die dikkere wortels makken de scheurtjes groter en gesteente breekt af.

Chemische verwering

Bij chemische verwering verandert de samenstelling van gesteenten. Oplossing en roestvorming zijn 2 voorbeelden van chemische verwering.

12. Grotten in Ardèche zijn ontstaan door chemische verwering

In water zitten zuren. In regenwater is bijvoorbeeld kooldioxide (CO₂) opgelost wat het regenwater iets zuur maakt. Bij het verteren van planten ontstaan zuren die in het grondwater terechtkomen. Deze zuren lossen kalk in gesteenten op. In kalkrijke gebieden ontstaan zo grotten en ondergrondse rivieren zoals in bron 12. 

Bij roestvorming of oxidatie komt een verbinding tot stand tussen ijzerdeeltjes in een gesteente en zuurstof. Meestal zit het zuurstof in het regenwater opgelost. Door oxidatie ontstaan roodbruine roestvlekken.

Klimaat en verwering

Het klimaat heeft invloed op de soort verwering en de snelheid van de verwering. Je vindt meer mechanische verwering plaats in gebieden met een droog klimaat en hoge gemiddelde temperaturen.  In regenrijke gebieden zoals in gematigde klimaten, is de chemische verwering groter. Door verschillen in soort en snelheid van verwering, verschilt ook het aanbod van verweringsmateriaal. Mechanische verwering levert grover materiaal dan chemische verwering.

Transport, erosie en sedimentatie

Zwaartekracht, gletsjers, rivieren, zee en wind verplaatsen het verweringmateriaal. Tijdens het transport raakt verweringsmateriaal de ondergrond. Dat zie je terug aan allerlei deuken en krassen in gesteenten. Gesteenten worden zelfs mooi glas geschuurd. Deze uitslijping van gesteente door puin dat zwaartekracht, gletsjers, rivieren, zee en wind vervoeren is erosie. Het transport stopt wanneer bijvoorbeeld een gletsjer smelt, een rivier minder snel stroomt of als het windstil is. Het verweringsmateriaal wordt afgezet en blijft achter. Dit afzetten van verweringmateriaal heet sedimentatie. Als sedimentatie doorgaat komt er een nieuwe laag boven de oude te liggen. In bron 13 zie je een voorbeeld van sediment lagen. Door druk van bovenliggende lagen verhardt de onderste lagen. Zo ontstaan uit resten van andere gesteente nieuwe gesteenten namelijk sedimentgesteente.

13. De sediment lagen zijn duidelijk te zien