Aardbeving: Elke trilling van een deel van de aardkorst
Breukgebergte: Gebergte die ontstaat wanneer platen breken
Chemische verwering: Verwering waar het gesteente van samenstelling verandert
Convectiestroom: Stroming van warme gesteente onder de aardkorst
Convergente plaatgrenzen: Breuken waarbij platen naar elkaar toe bewegen
Diepzeetrog: Een diepe, smalle kloof in de oceaanbodem
Divergente plaatgrenzen: Breuken waar platen van elkaar af bewegen
Effusieve eruptie: Vulkaanuitbarsting waarbij magma rustig uitvloeit
Endogene krachten: Krachten van binnenuit de aarde
Epicentrum: Plek loodrecht boven het hypocentrum
Erosie: Uitslijping van gesteente door puin dat zwaartekracht, gletsjers, rivieren, zee en wind vervoeren
Eruptie: Een vulkaanuitbarsting
Exogene krachten: Krachten van buitenaf de aarde
Explosieve eruptie: Vulkaanuitbarsting die plotseling gebeurd en met enorme kracht.
Horst: Stuk van de aardkorst dat langs de breuken omhoog komt
Hypocentrum: De plek in de aardkorst waar de aardbeving ontstaat
Lithosfeer: Vaste deel van de buiten mantel en de aardkorst samen.
Mechanische verwering: Vorm van verwering waarbij de gesteente in kleinere stukjes uiteen valt zonder dat de samenstelling verandert
Middenoceanische rug: Een plaatgrens in de vorm van een bergketen op de oceaanbodem
Platentektoniek: De verschuiving en beweging van de aardplaten
Plaatgrenzen: De lijnen waar 2 of meer platen tegen elkaar liggen
Plooiingsgebergte: Gebergte die ontstaat als 2 continenten tegen elkaar botsen
Schildvulkaan: Een vulkaan onstaat doordat dun vloeibaar lava ver uitstroomt voordat het stolt waardoor de vulkaan een vorm krijgt met een brede basis en een flauwe helling
Sedimentatie: Het afzetten van verweringmateriaal
Slenk: Stuk van de aardkorst dat langs de breuken daalt
Stratovulkaan: Een hoge kegelvormige vulkaan die is opgebouwd uit lagen van gestolde lava
Subductie: Het proces waarbij een oceanische plaat onder een andere oceanische of continentale plaat schuift
Tektonische platen: Een stuk van de aardkorst
Transforme breuken: Plek waar twee tektonische platen precies langs elkaar heen beweegt
Verwering: Het natuurlijke proces waarbij gesteente verandert als gevolg van invloeden van weer, klimaat, zogeheten exogene krachten