Gedrag is vaak een combinatie van aangeboren en aangeleerd. Bijvoorbeeld de zang bij vogels is vaak deels aangeboren en deels aangeleerd. Omdat het (voor een deel) dus aangeleerd is, noemen we de manieren waarop je het kan aanleren: vormen van leergedrag.
Het aangeboren deel is star (niet flexibel). Het is een onvoorwaardelijke reflex: een prikkel veroorzaakt een gedrag; een “natuurlijke reactie” op een prikkel ongeacht de situatie. Voorbeelden: kniepeesreflex (zie afbeelding hieronder) en speekselproduktie.
Afbeelding: kniepeesreflex.
Het aangeleerde deel is flexibel, aanpassen aan veranderende omstandigheden/ervaring. Het is een voorwaardelijke reflex: een reactie/gedrag uitgelokt door een “niet-natuurlijke” prikkel (prikkel die aanvankelijk geen, maar later wél het gedrag uitlokt).
Vormen van leergedrag.
Er zijn verschillende vormen van leergedrag. Ze staan hieronder aangegeven:
inprenting
gewenning
motorisch leren
trial en error
operant conditioneren
klassiek conditioneren
imitatie
inzicht
Per vorm van leergedrag verschilt de mate waarin het aanboren en aangeleerde deel betrokken is. Het rijtje hieroven is ook op volgorde weergegeven. Bij inprenting is het aangeboren deel vooral betrokken en bij izicht is vooral het aangeleerde deel betrokken. Inzicht wordt daarnaast gezien als de meest ingewikkelde vorm van leergedrag.
Hieronder staat per leervorm uitgelegd wat men eronder verstaat en een of meerdere voorbeelden gegeven.
1) Inprenting is leren tijdens een gevoelige periode. Deze periode is meestal van korte duur.
Bijvoorbeeld: herkennen van ouders (moederbeeld) bij net uitgekomen ganzen.
Wanneer jonge ganzen na de geboorte iets op een bepaalde manier zien bewegen dan onthouden ze dit als 'moeder'.
2) Gewenning is dat de reactie op een prikkel afneemt, je wordt minder gevoelig of ongevoelig voor de prikkel.
Bijvoorbeeld: afwakken van een schrikreactie bij een hard geluid (denk bijvoorbeeld aan slapen bij de spoorbaan). Of het niet meer reageren in het klaslokaal op geluiden van auto's die buiten voorbij rijden. Of de afwezigheid van reactie van vogels op een vogelverschrikker.
3) Motorisch leren is het aanleren van fijne motoriek en om meerdere bewegingen tegelijkertijd te doen. Bijvoorbeeld leren fietsen.
4) Trial and error is proefondervindingrijk leren door middel van straffen en/of belonen (vanuit de natuur).
Bijvoorbeeld een vogel die leert welke rupsen hij wel/niet kan eten (belonen of straffen door een vieze smaak). Of vos die leert dat hij een egel met rust moet laten omdat hij geprikt is (zie afbeelding hieronder).
5) Operant conditioneren is trail and error (dus straffen en belonen) vanuit de mens (vaak in proefopzetting).
Bijvoorbeeld: dresseren van een paard, africhten van een hond of de skinner-box.
Een skinner-box is ontwikkeld door B. F. Skinner en is een opzet waarbij je kijkt naar verandering in gedag van dieren. Hieronder zie je een voorbeeld:
Het dier moet dan een specifieke reactie geven op een bepaalde prikkel. De box bevat bijvoorbeeld een knop of hendel waar het dier op moet drukken om aan eten te komen (beloning voor goed gedrag).
6) Klassiek conditioneren is een koppeling tussen een toevallige (voorwaardelijke) prikkel en gedrag dat oorspronkelijk niet door die prikkel werd veroorzaakt.
Bekendste voorbeeld is de hond van Pavlov. Pavlov zag dat honden beginnen te kwijlen als ze eten zien. Hij heeft in een experiment een hond iedere keer een geluid laten horen als het eten eraan kwam. Na verloop van tijd zag Pavlov dat de hond ook speeksel maakte als alleen het geluid te horen was en geen eten. Het is geen natuurlijke reactie dat een hond op basis van een geluid eten maakt, dus klassiek contditioneren.
Hieronder een afbeelding die het pricipe van het experiment van Pavlov weergeeft:
7) Imitatie is leren door het gedrag na te doen, nabootsen.
Bijvoorbeeld: het leren praten van van kind (ouders of anderen in de omgeving proberen na te doen). Of leren van zang bij vogels.
8) Inzicht is een leervorm waarbij een dier in een onbekende situatie de oplossing voor het probleem vindt door vroeger opgedane ervaringen te combineren (stappen vooruit kunnen denken). Hierbij moet je eerst denken en dan doen.
Bijvoorbeeld: Chimpansees die een steen als insturment gebruiken om hun voedsel te krijgen.
Bekijk het onderstaande filmpje en geef aan welke vorm van leergedrag wordt getoond.
vorm leergedrag is? http://www.youtube.com/watch?v=VjE0Kdfos4Y
Bekijk onderstaande film en geef ook hierbij aan welke vorm van leergedag te zien is.
vorm leergedrag is? http://www.youtube.com/watch?v=w8izEMs7eyo
Leer de vormen van leergedrag en maak de volgende oefentoets door per beschrijving weer te geven van welke vorm van leergedrag sprake is.
Maak nu de opgaven die horen bij paragraaf 5 volgens de planner en kijk vervolgens de antwoorden na.