3.1 Wormen
Deze afdeling van het dierenrijk kent nu ongeveer 25.000 bekende soorten. Meestal zijn ze maar enkele milimeters groot, maar er zijn ook langere soorten. De runderlintworm bijvoorbeeld: deze soort leeft in de darmen van koeien en mensen en kan meer dan 10 meter lang worden! Wormen leven graag in vochtige omgevingen, omdat ze anders te snel uitdrogen. Om uitdroging te voorkomen hebben ze een slijmerig laagje over hun huid heen. Bijzonder is dat wormen vaak meerdere harten hebben. Hierdoor (en door wat andere eigenschappen) komt het voor dat als je een worm door de helft knipt, allebei de helften gewoon doorleven!
Kenmerken van wormen:
- ze zijn tweezijdig symmetrisch
- ze hebben geen skelet
- hun lichaam is lang en dun
- ze leven in het water en in de bodem, maar altijd in een vochtig milieu
3.2 Weekdieren
Weekdieren heten zo, omdat hun lichaam week is. Dat betekent dat hun lichaam zacht is. De meeste weekdieren leven in het water, omdat hun lichaam anders snel uitdroogt, net als bij de wormen. Bekende dieren die tot deze groep behoren zijn slakken, tweekleppigen (mossel en oester bijvoorbeeld) en inktvissen.
Kenmerken van weekdieren:
- ze zijn tweezijdig symmetrisch
- ze hebben meestal een schelp of huisje als skelet (meestal uitwendig, dus)
- ze leven in een vochtig milieu