In onderdeel A t/m E heb je het systeem geleerd waarmee biologen alle organismen op de aarde indelen in groepen, op basis van hun kenmerken. Deze afspraken zijn over de hele wereld dezelfde.
Organismen die je niet kent, kun je in een rijk, een afdeling, een klasse of een nog kleinere groep indelen door naar de kenmerken te kijken. Dit proces heet determineren, en dat doe je met behulp van een determinatietabel of een zoekkaart.
Hieronder staat een voorbeeld van een determinatietabel:
Je begint telkens met vraag 1.
Afhankelijk van het antwoord op de vraag ga je naar de volgende vraag.
Uiteindelijk kom je dan bij het juiste organisme uit.