2 Sponzen en Holtedieren

2.1 Sponzen

De sponzen zijn één van de oudste diersoorten die we kennen. Ze leven altijd in het water; de meeste soorten komen in de zee voor, maar er zijn altijd een paar uitzonderingen. Sponzen zijn dieren en kunnen dus niet hun eigen eten maken. Als je naar een spons kijkt dan zie je niet meteen hoe hij aan zijn eten komt. Sponzen hebben door hun lichaam heen een paar filters, daarmee filteren ze het water dat langs ze stroomt en daar halen ze voedsel uit (bijvoorbeeld protisten of eencellige algen).

Kenmerken van sponzen:
- ze zijn niet-symmetrisch
- ze hebben een skelet van stevige hoornvezels tussen de cellen
- ze zitten meestal vast op de bodem van de zee

2.2 Holtedieren

De holtedieren vormen een andere eenvoudige en oeroude diergroep. Ze zijn in principe opgebouwd uit twee lagen cellen, die samen een zak-achtig lichaam vormen: de holte. De holte-opening is zowel hun mond als hun anus. (Ja dat betekent dus dat ze uit hun mond poepen)  Kwallen zijn de meest bekende holtedieren. Holtedieren zitten soms vast aan de grond en soms zwemmen ze door de zee. Alle soorten holtedieren jagen, met hun tentakels gaan ze door het water tot er een ander dier in verstrikt raakt. Er wordt wel eens gezegd dat kwallen "steken", maar dat is niet helemaal correct. Holtedieren hebben in de cellen van hun tentakels een heel miniscule soort "naaldjes" die een gif bevatten, wat wij ervaren als een prikkend of tintelend gevoel.

Kenmerken van holtedieren:
- ze zijn veelzijdig symmetrisch
- ze hebben geen skelet
- ze vangen hun prooi met tentakels (vangarmen)
- ze leven in het water