Neem eerst de theorie goed door
1. Tegenwoordige tijd
Een zin staat in de tegenwoordige tijd als dat wat er in de zin gebeurt zich nu of in de toekomst afspeelt.
2. Verleden tijd
Een zin staat in de verleden tijd als dat wat er in de zin gebeurt zich in eerder dan het nu afspeelt.
Maak de onderstaande opdracht en noteer jouw score op je blad