Neem eerst de theorie goed door
De spelling van bijvoeglijk gebruikte werkwoorden is niet moeilijk. Er zijn 2 regels.
1. Het bijvoeglijk gebruikt werkwoord schrijf je zo kort mogelijk:
2. Uitzondering zijn de werkwoorden waarvan het voltooid deelwoord eindigt op –en, zoals braden (heeft gebraden), schieten (heeft geschoten) of bijten (heeft gebeten). In dat geval schrijf je ook het bijvoeglijk gebruikt werkwoord met –en.