Europese samenwerking was gericht op de economie. Bedrijven konden voor een grotere markt produceren, omdat Europ één handelsmarkt werd. Vroeger werd ook wel gehandeld onderling, maar door de komst van één Europa werden de in- en uitvoer heffingen afgeschaft. Paar jaar later kwam er een gemeenschappelijke munt. Dit was goed, omdat Europa als een geheel kon concurreren met grootmachten, zoals Amerika en Azie.
De Europese landen werken ook samen op andere gebieden.