Onder invloed van het succes van Luther kwamen andere hervormers naar voren. Van hen kreeg de Fransman Johannes Calvijn (1509-1564) de meeste aanhang. De stad Geneve werd onder zijn leiding 'hervormd'. Later kregen zijn opvattingen vooral aanhang in Frankrijk, Schotland en ons land.
In welke opzichten verschilde het calvisme van het lutheranisme?
Ook de calvinisten waren ervan overtuigd dat alleen geloof de mens in de hemel kon brengen. Maar zij voegden daaraan toe, dat slechts een klein deel van de mensen daarvoor is uitverkoren. God heeft, meende Calvijn, bij de geboorte al ieder mens 'voorbestemd' voor hemel of hel. Hoe kon iemand weten of hij of zij tot de uitverkorenen behoordde? Dat was aan het gedrag te merken. Als iemand vroom, sober en ingetogen leefde, was hij blijkbaar voorbestemd; maar volledige zekerheid was hierover niet te krijgen. Juist omdat de calvinisten zichzelf beschouwden als utverkorenen, zouden zij de meest strijdbare groep van de Hervoming worden.
Anders dan de Lutheranen organiseerden de calvinisten zich 'van onder af'. Iedere gemeente bestuurde zichzelf door een raad van gekozen ouderlingen. Godsdienstige vraagstukken werden besproken in een kerkvergadering. Daardoor konden verspreide calvinistische gemeenten zich beter handhaven in een vijandige omgeving dan de lutheranen.
Als een vorst 'Gods gebod' overtrad, was verzet tegen hem toegestaan.