Tijdens de
Renaissance herleefde de belangstelling voor het Grieks en Latijn. Onderzoekers ontdekten rond 1500 dat er veel fouten waren gemaakt bij de vertaling van de bijbel van het Grieks naar het Latijn. Volgens hen waren er veel gebruiken in de Kerk die niet in de bijbel werden genoemd.
Deze onderzoekers gingen de bijbel op hun eigen manier uitleggen. De Hollandse Erasmus (1469-1536) was een van de belangrijkste onderzoekers die zich met de Kerk bezighielden. Zijn werk werd door veel geleerden in Europa gelezen.
Erasmus wilde met zijn kritiek de kerk verbeteren. Hij wilde zich zeker niet afscheiden. Maar zonder dat hij dat wilde, heeft zijn werk ervoor gezorgd dat steeds meer mensen zich tegen de Kerk gingen verzetten.