Er waren zogenoemde herendiensten. Dat betekende dat de horigen allerlei klussen moesten doen voor de heer. Zij moesten een of twee dagen per week op het land van de heer werken, bijvoorbeeld ploegen, inzaaien, oogsten en dat van het land afhalen. Ook moesten ze daarnaast de hoeve van de heer onderhouden. Dit konden allerlei klussen zijn, zoals hekken repareren tot het kappen van de bomen in het bos.
En dan dit alles samen, het hele stelsel van heren boeren en herendiensten, heet het hofstelsel, omdat alles draaide om het hof (of hoeve) van de heer.
Vrije boeren
Toch waren in sommige streken niet alle boeren horigen geworden. Zij waren nog vrije boeren, met eigen grond. Als vrije oer moest je in oorlogstijd wel verplicht meevechten in het leger van de koning. En de wapens moest je ook zelf zien te betalen.
Hieronder zie je een aantal maanden afgebeeld met hun bijbehorende herendiensten. Zoals het inzaaien (3), oogsten van het graan en schapen scheren (7).