Are you having trouble understanding the Present Simple? Don't worry! Because it's actually quite simple if you keep these rules in mind.
We gebruiken the Present Simple wanneer we het hebben over:
-feiten --> I am a boy/girl. / You have two hands and two feet. / He has dark hair.
-gewoontes --> Tim has breakfast in the morning. / School always starts at half past eight. / I sometimes ride my bike to school.
-regelmaat --> I buy groceries on Tuesdays. / We celebrate my birthday every year. / They go on a walk every evening.
Let goed op de signaalwoorden (onderstreepte woorden in de voorbeeldzinnen) die regelmaat aangeven. Hierdoor weet je of de zin in de Present Simple staat/moet staan.
Meer voorbeelden van signaalwoorden: usually / never / often / frequently / every day/year/week
Hoe vervoegen we het ookalweer?
De Present Simple is heel makkelijk om te vervoegen want het is bijna altijd hetzelfde (op een aantal uitzonderingen na).
I stam --> (to run) run (to drive) drive
you stam --> run drive
he/she/it (SHIT regel) stam+s --> runs drives
they stam --> run drive
we stam --> run drive
En de uitzonderingen dan?
Bij woorden die eindigen op -y, waarvan de voorlaatste letter een medeklinker is, krijgt de he/she/it vorm op het einde -ies.
To try/to fly/to cry/to fry/to dry zijn hier voorbeelden van.
I fly cry
You fly cry
He/she/it flies cries
They fly cry
We fly cry
Volgende uitzondering: Werkwoorden met de SIS-klank
Werkwoorden die eindigen met een sis-klank krijgen -es op het einde bij de he/she/it vorm.
De SIS-klank heeft meerdere vormen:
-to watch ---> I watch / you watch / he/she/it watches / they watch / we watch
-to fix ---> I fix / you fix / he/she/it fixes / they fix / we fix
-to kiss ---> I kiss / you kiss / he/she/it kisses / they kiss / we kiss
-to fish ---> I fish / you fish / he/she/it fishes / they fish / we fish
Laatste uitzonderingen: de werkwoorden 'to be' en 'to have'
Laten we ze nog een keer bekijken.
(to be) heeft 3 verschillende vormen: am/ (to have) i.p.v. havs schrijven we hier has bij he/she/it
I am have
you are have
he/she/it is has
they are have
we are have
Leer deze uit je hoofd!
Dit is alles wat je moet weten voor de Present Simple.
Succes toegewenst voor de volgende opdrachten!