In 1566, meer dan vierhonderd jaar geleden, zijn veel mensen boos. Er is onrust in de Nederlanden. Er zijn spanningen over het geloof, veel mensen zijn werkloos en veel mensen hebben honger. En dan komt het plotseling tot een grote razernij tegen de kerken. Wat gebeurde er precies?
vroeger en zo de beeldenstorm https://www.schooltv.nl/video/vroeger-zo-de-beeldenstorm-1566/
In 1566, meer dan vierhonderd jaar geleden, zijn veel mensen boos. Er is onrust in de Nederlanden. Er zijn spanningen over het geloof, veel mensen zijn werkloos en veel mensen hebben honger. En dan komt het plotseling tot een grote razernij tegen de kerken. Wat gebeurde er precies?
In 1566 is Filips II koning van Spanje. Zijn rijk is groot. Hij heerst over half Europa. Hij is ook heer over de Nederlanden. Zelf woont hij in Spanje. Daarom stelt hij een plaatsvervanger aan, een landvoogd, Margaretha van Parma.
.
Egmont, Hoorne en Oranje
Margaretha wordt bij haar bestuur geholpen door Nederlandse edelen als Egmont, Hoorne en Oranje. Maar de edelen worden steeds ontevredener. Ze merken dat ze steeds minder te doen krijgen. Steeds vaker nemen Spanjaarden hun taken over.
Koning Filips wil dat zo, maar de Nederlandse edelen bevalt dat helemaal niet. Bovendien vinden ze het erg dat de protestanten zo zwaar gestraft worden. Ze krijgen daarover steeds meer ruzie met Margaretha, de landvoogdes.
In de zomer van het jaar 1566 gaat een groep edelen naar Margaretha. Ze vragen haar om de straffen voor de protestanten minder zwaar te maken. Margaretha luistert en zegt dat zij dit met koning Filips zal bespreken.
Armoede en werkeloosheid
De gewone Nederlanders, bijvoorbeeld de ambachtslieden en boeren, hebben heel andere problemen. Ze zijn werkloos en arm. De laatste winter is koud geweest, de graanoogst is mislukt dus het brood is harstikke duur.
De mensen hebben honger. En ze worden door niemand geholpen. Niet door de stadsbestuurders, niet door de edelen, niet door Margaretha van Parma en ook niet door de kerk. En de kerk was in die tijd heel rijk.
Kritiek op de kerk
In de zestiende eeuw ontstond er veel kritiek op de rijkdom van de kerk. Protestanten worden de mensen genoemd die kritiek hebben, of calvinisten. Ze vonden dat de priesters en pastoors goed voor zichzelf zorgden, maar niet voor de arme mensen die wel wat hulp konden gebruiken. In de bijbel stond toch dat Jezus de mensen leert om voor de armen te zorgen? De kerk gaf dus niet het goede voorbeeld, die zorgde alleen maar voor zichzelf.
Hagenpreken
De protestanten kwamen in het geheim bij elkaar. In schuren of ergens buiten, want de kerkgebouwen mochten ze niet gebruiken. Hagenpreken werden deze bijeenkomsten genoemd, een kerkdienst van protestanten, gewoon in de openlucht. Geen pastoor preekte zoals in de katholieke kerk, maar een dominee.
Het luisteren naar hagenpreken was streng verboden, daarom waren er altijd mannen die de wacht hielden. Uit veiligheid.
De beeldenstorm
In Steenvoorde liep het uit de hand. Tijdens een hagenpreek riep een dominee op tot het vernielen van de kerken. "Broeders en zusters. God wil niet dat wij beelden vereren. En de kerken staan er vol mee! De bijbel vertelt ons hoe wij als christenen moeten leven. Een goed christen helpt de armen. En wat doet de kerk? Die verrijkt alleen zichzelf."
De gebrandschilderde ramen, de beelden, de schilderijen, alles werd geplunderd en vernield. Het begon in het zuiden van de Nederlanden, maar de storm verspreidde zich al snel richting het noorden.
Alva
Toen Filips van de Beeldenstorm hoorde werd hij woedend. Filips was katholiek en hij wilde dat iedereen in zijn rijk ook katholiek was. Protestanten waren voor hem ketters, afvalligen van het ware geloof. Hij stuurde zijn leger naar de Nederlanden om orde op zaken te stellen. Zijn beste generaal kreeg de leiding: Alva! Hij moest Margaretha helpen.
Straffen
Egmont en Hoorne onthoofd
Alva strafte de protestanten zwaar. Sommigen werden zelfs gedood. Veel Nederlanders vluchtten weg voor het geweld van Alva. Willem van Oranje vluchtte naar Duitsland. Hij was zijn leven hier niet zeker. Andere edelen als Egmont en Hoorne met wie Willem van Oranje samenwerkte, vluchtten niet. Ze werden door Alva gevangen genomen en onthoofd.