De Gouden eeuw

Gouden eeuw Een andere naam voor de zeventiende eeuw is gouden eeuw. De rijkdom is in de gouden eeuw niet eerlijk verdeeld. De meeste mensen zijn erg arm. Soms hebben ze zelfs geen geld om brood te kopen. Een huis en goede kleren kunnen ze helemaal niet betalen. 

De oplossing voor een probleem? De regenten en de rijke burgerij vinden al die arme, bedelende mensen lastig. Ze bedenken een oplossing. Ze laten bedelaars oppakken en in speciale huizen opsluiten. Mannen komen in een rasphuis terecht en vrouwen in een spinhuis. In die huizen moeten ze hard werken. Ze krijgen geen geld.

Vier prinsen van Oranje zijn stadhouder geweest van de provincies Holland, Zeeland en Utrecht: Willem van Oranje, zijn zonen Maurits en Frederik Hendrik en Willem II (de zoon van Frederik Hendrik). Stadhouder De stadhouder is een belangrijk man. Hij is in dienst van een of meer provincies. Hij kan stadsbestuurders benoemen. De stadhouder is ook de baas van het leger en een belangrijke rechter. Hij kan de mensen goede banen geven en die ook weer afpakken.

De raadpensionaris van Holland Een belangrijk bestuurder van Holland is de raadpensionaris. De provincie Holland is de rijkste provincie. Holland betaalt ongeveer zestig procent van het geld dat de Nederlanden nodig hebben. In ruil daarvoor wil deze provincie veel macht. De raadpensionaris van Holland wordt daardoor heel belangrijk. Hij bereidt alle vergaderingen van de Staten-Generaal voor. En zorgt dat de besluiten worden uitgevoerd. Hij weet precies wat er in de Republiek gebeurt.

Vriend of vijand? De raadpensionaris en de stadhouder zijn de machtigste mannen in de Republiek. Ze moeten dus goed samenwerken. In het begin van de Republiek is dat ook zo. Raadpensionaris Johan van Oldenbarneveldt helpt de jonge prins Maurits. Maar steeds vaker zijn de stadhouder en de raadpensionaris het niet eens. Zo wil stadhouder Willem II een groot en sterk leger. Dan kan hij de Spanjaarden verslaan en misschien wel een groter gebied veroveren. Raadpensionaris Johan de Witt wil liever onderhandelen en een kleiner leger. Dat is beter voor de handel en de economie. Een leger kost alleen maar geld, zeker na de vrede met de Spanjaarden in 1648. Eigenlijk komt het neer op de vraag: wie is nu eigenlijk de baas?

Geen stadhouder Willem III wordt kort na de dood van zijn vader Willem II geboren. Hij is dus nog te jong om zijn vader als stadhouder op te volgen. Van 1650 tot 1672 is er geen stadhouder. Raadpensionaris Johan de Witt is dan de machtigste man. In die periode is De Republiek drie keer in oorlog met Engeland. Het volk geeft Johan de Witt de schuld van alle problemen. Als Willem III in 1672 stadhouder wordt, vermoorden woedende burgers Johan de Witt.

https://www.schooltv.nl/video/vroeger-zo-leven-in-de-gouden-eeuw/