Aan het einde van deze module kun je het tijdvak 'monniken en ridders' inhoudelijk vullen per kenmerkend aspect. Na iedere les kun je zien welke leerdoelen daarbij horen.
De leerling kan:
- Per tijdvak benoemen welke soort samenleving daarbij hoort. (les 1)
- Alle kenmerkende aspecten noemen die horen bij het tijdvak van monniken en ridders. (les 1)
- Uitleggen hoe het feodale stelsel werkten. (les 2)
- Uitleggen hoe het christendom zich in West-Europa tijdens dit tijdvak verspreidde. (les 3)
- Uitleggen hoe het hofstelsel werkten. (les 4)
- Uitleggen waar de islam ontstond en hoe deze zich verspreidde over de wereld. (les 5)
- Het tijdvakkendossier per kenmerkend aspect van dit tijdvak vullen met een korte schriftelijke uitleg. (les 1 t/m 6)
- Elk kenmerkend aspect aanvullen met een afbeelding van een persoon, gebeurtenis of verschijnsel, inclusief bijgaande uitleg voor deze keuze. (les 1 t/m 6)
- Een correcte definitie geven van elk kenrbegrip dat bij dit tijdvak wordt besproken. (les 1 t/m 6)