Het begint in een paardenbeurs waar Joey (het paard) van zijn moeder wordt gescheiden, opeens wordt hij de ring in getrokken waar zijn moeder net de ring weer uit gaat. Hij moet een paar rondjes lopen en meer dan normaal. Niemand heeft interesse in Joey tot hij opeens een hamer hoort vallen en de ring uit wordt getrokken en in een donkere stal wordt gezet. Hij hoort zijn moeder roepen en roept terug. Opeens hoort hij een boze stem en probeert de staldeur door te trappen maar dat heeft geen zin. Er wordt een touw om zijn nek geslagen en hij stribbelt tegen en het touw maakt grote schrammen in zijn nek.
Na een hobbelig ritje in de paardenaanhangwagen wordt hij in een stal naast de stal van een ander paard gezet die nog net met zijn hoofd om het hoekje kan kijken. De volgende dag komt er een jongen binnen waar Joey meteen wat voor voelt als hij naar Joey kijkt. De jongen begint zachtjes te praten. Joey krijgt het naar zijn zin in de stal en met de jongen. Even later loopt Joey met Albert (die jongen) op zijn rug door de bossen en Alberts vader heeft nogal ruzie met de buurman en heeft gewed dat Joey binnen een week kan ploegen en ja hoor na een week zijn de velden mooi geploegd door Joey en Albert en Alberts vader heeft de weddenschap gewonnen. Na een paar jaar op de boerderij is Joey echt een boerenpaard geworden en zijn Joey en Albert heel gelukkig en hebben veel plezier. Elk wondje dat Joey heeft wordt meteen behandeld. Een paar weken later haalt Alberts vader Joey op terwijl Albert de klokken aan het luiden is in het dorp en neemt hem mee naar het dorpsplein en vraagt naar ene kapitein Nichols en praat dus even later met Nichols en Nichols vindt het een mooi paard terwijl hij naar Joey’s tanden kijkt en alles inspecteert. Vader vraagt voor hoeveel en loopt even later met wat briefjes in zijn hand weg. Een paar weken later zit het leger met Joey en kapitein Nichols op de boot naar Frankrijk. Later als ze aankomen loopt het leger uit de boot en loopt langs rijen met gewonde soldaten. Een paar dagen loopt dat leger zo door terwijl een vriend van Nichols zich interesseert in het paard Joey en de vriend heeft ook een paard Topthorn en daar bouwt Joey een hele goeie band mee op. Voor de eerste aanval maakt kapitein Nichols een tekening van Joey en stuurt die op naar Albert met een verhaaltje dat het goed gaat met Joey en met de kapitein Nichols. Bij de eerste aanval verliest Joey Nichols en krijgt een nieuwe ruiter soldaat Warren die veel verstand heeft van paarden en na een tijdje is het voedsel bijna op en worden alle paarden zwakker. Bij de volgende aanval lopen Joey en Topthorn voorop en komen samen met de ruiters op hun rug in prikkeldraad vast te zitten en worden gevangen genomen en worden mee genomen naar paardenstallen op een boerderij waar een hospitaal is opgebouwd. Daar loopt telkens een meisje rond en de grootvader van dat meisje zorgt ook voorJoey en Topthorn die speciale aandacht krijgen omdat ze er zo aardig uitzien en mooi zijn. Joey en Topthorn zijn ondertussen erg gewend aan het meisje Emilie en haar grootvader, Emilie en haar grootvader ook aan hun en ze zijn ook al haar lievelingspaarden geworden. En van het hospitaal zijn zij de sterkste paarden en moeten dus de ziekenwagen trekken naar het front. Dat is een pittig tochtje maar ze worden telkens aangemoedigd door het leger waar ze telkens langlopen en er komt in de weg telkens een kuiltje bij van de granaten die de hele nacht door blijven vliegen. Na een tijdje de ziekenwagen trekken is het hospitaal iets te ver weg van het front en gaat dus weg maar de paarden mogen blijven. Zo wordt Joey weer een boerenpaard. Maar na een paar maanden komt het volgende leger op de boerderij met enorm veel kanonnen waar voor elk kanon zes paarden nodig zijn. Ze blijven er een paar dagen en gaan weer weg maar dit leger is niet zo aardig want zij hebben die twee paarden weer nodig. Ze zeggen dat er net weer twee dood zijn, en met protest van Emilie gaan zij mee met dat leger voor de zware kanonnen, en daar worden ze zeer slecht verzorgd, er gaan nog een paar paarden dood en Joey en Topthorn krijgen het nog zwaarder omdat zij moeten trekken wat de dode paarden niet meer kunnen trekken. Maar in dat leger is er ook een paarden liefhebber die alle paarden moest verzorgen en dus ook Joey en Topthorn en hij heette Friedrich. Hij werd ook wel gekke Friedrich genoemd omdat hij het altijd over de gedachtes van het paard had maar dat vond iedereen onzin, maar Friedrich had erg de kijk op Topthorn met zijn mooie zwarte glanzende vacht. Maar na een tijdje zijn Joey en Topthorn erg verzwakt en na een tijdje gaat Topthorn dood en staan ze (Friedrich en Joey en Topthorn op de grond) daar onder een boom waar het hele leger achter de heuvel is gerend voor de kanonschoten. Na een tijdje rent Friedrich ook weg en komt er opeens een ijzeren iets (tank) over de heuvel rijden en daar is Joey heel bang voor. Hij rent door een beekje heen maar daar rijdt dat ijzeren ding ook doorheen. Joey blijft doorrennen totdat hij na dagen lang tussen twee loopgraven loopt waar aan een kant een oude man met een witte vlag opstaat en naar Joey toe loopt en aan de andere kant komt ook een jonge jongen aan gelopen die ook naar Joey toe komen lopen. Ze staan even later tegenover elkaar en beginnen een gesprek. Het gaat over wie er Joey mee mag nemen op een gegeven moment geeft de oude man het touw aan de jongen die een gat in het prikkeldraad maakt en Joey er doorheen leidt en hem mee neemt naar een paarden hospitaal en daar wordt overgelaten aan een andere jongen die Joey moet schoonmaken. Joey komt erachter dat de jongen die hem schoonmaakt Albert blijkt te zijn maar Albert heeft dat nog niet door omdat Joey helemaal onder het modder zit en na een tijdje is Joey schoon en komt Albert er achter dat het Joey is en zo zijn ze weer bij elkaar. Na een jaar daar in het paardenhospitaal krijgt het hospitaal te horen dat de oorlog voorbij is en dat was het leuke nieuws maar er was ook nog slecht nieuws want de paarden moesten verkocht worden en dat werd overmorgen gedaan met een veiling. De volgende dag bij de veiling werden enorm veel paarden verkocht en als laatste Joey. Eerst zevenentwintig (27) aan een slager maar opeens hoorde Albert iemand roepen “Achtentwintig!!!” iedereen keek om en daar stond de grootvader van Emilie. Even later na de veiling komt de grootvader van Emillie naar Albert toe en zegt dat hij heeft gehoord dat hij (Albert) veel van Joey houdt, en na een tijdje komt de grootvader op een idee dat Albert Joey kan overkopen voor een Engelse penny en natuurlijk doet Albert dat maar op een voorwaarde: dat Albert voor zorgt tot Joey’s dood en ook dat neemt Albert aan. En zo gaan Albert en Joey gelukkig naar huis. En als ze op de oprit thuis komen het hele dorp kijken en worden ze beschouwd als een held maar Joey en Albert vinden dat de echte helden nog in Frankrijk op de grond liggen DOOD! En een paar maanden later trouwt Albert met een meisje die hij heeft ontmoet toen Joey het leger in was en dat meisje kan hele lekkere taarten bakken en Joey heeft wel een stuk cake gehad maar nog geen stuk taart, en zo leefde iedereen die nog leeft lang en gelukkig.
De hoofdpersonen.
Noem de belangrijkste figuren uit het boek. De hoofdpersonen, de tegenstanders (als die er zijn) en de andere figuren in het verhaal met wie de hoofdpersonen veel te maken hebben:
Als hoofd persoon Joey en Albert en dan nog Topthorn, Friedrich, kapitein Nichols , soldaat Warren en natuurlijk Emilie en haar grootvader. En de vijanden zijn de Duitsers.