Gasaanval op de Fransen op 22 april 1915
Op 22 april 1915 lanceerden de Duitsers bij Ieper aan de noordkant van de uitstulping (Steenstrate-Langemark) de eerste grote gasaanval met chloorgas op de daar gelegen Franse 87e territoriale divisie en de koloniale troepen van de 45e Algerijnse divisie. Dit gebeuren wordt algemeen beschouwd als het begin van de chemische oorlogsvoering tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Het was vijf uur in de namiddag. De Duitse soldaten hadden gewacht tot de wind goed zat, weg van hun eigen linies. Tussen Steenstrate en het IJzerkanaal, over Langemark en Poelkapelle, lieten ze uit 5.730 cilinders 180 ton chloorgas ontsnappen. Het verspreidde zich traag over de door Franse en Algerijnse soldaten bemande linies. Chloorgas is zwaarder dan lucht, maar de wind voerde het mee. Het gas zakte in de vijandelijke loopgraven en schuttersputjes neer en kleurde alles geel-groen.
De Franse soldaten kregen een pijnlijk, branderig gevoel in de ogen, de neus en de keel. Ze werden er misselijk van. In hun longen vormde zich een geelachtig slijm dat hen eerst hard deed hoesten. De ophoping van vocht in hun longen deed hen langzaam stikken. Vijfduizend soldaten stierven. De rest vluchtte in paniek weg, waardoor een kilometersbreed gat in de verdedigingslinie werd geslagen.
Het nieuwe wapen doodde niet alleen soldaten, het veroorzaakte ook nog eens een blinde paniek. Wie het zag komen afdrijven, kon alleen op de vlucht slaan. In de loopgraven wist niemand wat er gebeurde. Van enige bescherming ertegen was al evenmin sprake.