Hoeveel vertrouwen heb jij in de samenleving?
Doe je mee in de samenleving?
Vul de tabel in door kruisjes in de meest passende kolom te zetten.
1 = heel erg oneens
2 = een beetje oneens
3 = neutraal
4 = een beetje eens
5 = heel erg eens
| 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | |
| Onze samenleving zit prima in elkaar. | |||||
| Je kunt fouten in de samenleving veranderen. | |||||
| Leerlingen hebben invloed op school. | |||||
| Mensen moeten meedoen aan de samenleving om alles goed te laten lopen. | |||||
| Twee mensen weten meer dan één. | |||||
| Ik help mensen als ze in de problemen zitten. | |||||
| Ik heb vrienden. | |||||
| Ik help mijn buren. | |||||
| Mijn buren helpen mij. | |||||
| Mensen luisteren naar me. | |||||
| Ik luister naar andere mensen, daar leer ik van. | |||||
| Samenwerken levert meer op dan alleen werken. | |||||
| Het is leuker om met andere mensen samen te werken dan om alleen te werken. | |||||
| Als er fouten in de samenleving zitten dan moeten we daar samen wat aan doen. | |||||
| Ik wil invloed hebben op dingen die met mij gebeuren. | |||||
| Ik ben van plan elke mogelijkheid tot inspraak te gebruiken die er is. | |||||
| Ik ga stemmen zodra ik mag, want dan heb ik invloed op wat er om mij heen gebeurt. | |||||
| Ik ben verantwoordelijk voor wat er in mijn omgeving gebeurt. | |||||
| Als ik iets wil veranderen dan heb ik de steun van anderen nodig. | |||||
| Ik heb ideeën over een betere toekomst. | |||||
| Ik weet welke plek ik in de toekomst in de samenleving wil hebben. |
Voor ieder kruisje in kolom 1, krijg je 1 punt.
Voor een kruisje in kolom 2, krijg je 2 punten, enzovoorts.
Tel het aantal punten dat je hebt gehaald bij elkaar op en kijk waar je staat?
|
minder dan 40 punten: |