Bij rechten en plichten is inspraak al even kort ter sprake gekomen. Hier wordt er verder op ingegaan.
Inspraak
De samenleving verandert. Toen men nog niet gewend was aan auto’s, waren er nauwelijks verkeersregels. Toen er veel auto’s kwamen moesten er regels komen. Zo kreeg verkeer van rechts voorrang en moesten auto’s stoppen voor een rood licht. Het moet dus mogelijk zijn om regels te veranderen. Er zijn afspraken gemaakt over hoe dat moet gebeuren en wie dat besluiten.
In Nederland mogen mensen meepraten over belangrijke beslissingen. Dat komt omdat wij in een democratie leven. We mogen stemmen over wie de baas over ons is. Dat is niet in alle landen van de wereld hetzelfde. In een aantal landen is er een leider die beslist wat er gebeurt. Dat noem je een dictatuur.
Elke school heeft ook de mogelijkheid tot inspraak. Als regels veranderen is het verstandig om naar iedereen die daar mee te maken heeft te luisteren. Dat hoort bij onze democratie. Inspraak is de manier waarop je invloed kunt uitoefenen. Inspraak kun je hebben door tegen je mentor of tegen je teamleider te vertellen wat je wilt. Meestal gaat dat over dingen die je dagelijks meemaakt op school die even niet goed lopen.
Daarnaast is een medezeggenschapsraad (MR). Dat betekent dat sommige veranderingen alleen kunnen als je hebt mogen meepraten én stemmen of een advies hebt mogen geven. In de MR worden besluiten genomen die dingen voor de hele school regelen. Daar zitten ook leerlingen in. Hoe dit georganiseerd is hangt er van af. Sommige scholen werken samen met een grote groep andere scholen, sommige scholen werken alleen. De medezeggenschap wordt daaraan aangepast.