Dit zijn leerdoelen gericht op het verwerven van inhoudelijke kennis of het aanleren van vaardigheden (Hattie, 2014; Voerman, 2014, 2016) die de leerling aan het einde van een les, een gesprek of een project moet weten of kunnen. Deze komen veelal voort uit de lesstof zoals die in de leerboeken beschreven staat. Het betreft daarmee vooral reproductiedoelen (zie systematiek van OBIT, RTTI en/of de taxonomieen van Bloom en Romiszowski (Kwakernaak, 2013; SLO, z.j.)). Voor de praktijkvakken gaat het hier om vaardigheidsdoelen. Veelal vaardigheden die leerlingen moeten kunnen toepassen.
Voorbeeld van kennis en vaardigheidsdoelen; ze gaan vaak over WAT je moet leren:
Aan het einde van de les ken je alle hoofdsteden van de Provincies
Aan het einde van dit project kun je twee manieren noemen om de waterstand in een polder te beheersen
Aan het einde van deze lessenserie kennen jullie minstens 25 Engelse woorden die met voeding te maken hebben, met de betekenis.
Aan het einde van deze lessenserie kun je een gezicht in de juiste verhouding tekenen