Uitgangspunten uitvoering van een module

  1. Leerlingen werken zelfstandig in eigen tempo aan de grote opdracht en de deelopdrachten.

  2. Dit doen zij tijdens de module uren en tijdens werktijd.

  3. Zij weten bij start van de module aan welke eindcriteria zij moeten voldoen en weten aan welke doelen zij werken.

  4. De docent coacht de leerlingen bij zijn leerproces en geeft feedback op zowel de inhoud, de leerstrategie die de lln. toepast als de kwaliteiten die hij inzet.

  5. Daar waar nodig biedt de docent in de vorm van instructie extra ondersteuning.

  6. De docent bepaalt welke instructie verplicht is voor iedere leerling en welke instructie op vrijwillige basis plaats vindt.

  7. Indien gewenst kan een lln. extra instructie aanvragen / volgen.

  8. Leerlingen die extra uitdaging kunnen gebruiken werken aan extra verdiepende of verbredende opdrachten.

  9. De leerling beoordeeld zijn eigen prestatie aan de hand van eindcriteria op de inhoud en rubrics op de leerstrategie en persoonlijke ontwikkeling.

  10. De docent beoordeeld de voortgang van de lln. aan de hand van de eindcriteria en bespreekt deze met de lln.

  11. Indien deze voortgangsbeoordeling onvoldoende is werkt de lln. net zo lang door aan de opdrachten tot deze met een voldoende beoordeeld zijn.