Korte omschrijving van de leervoorkeuren
Om optimaal resultaat te halen uit het leren, is het belangrijk te weten in welke situatie, welke context je bij voorkeur leert.
We onderscheiden de volgende vijf contexten:
1. Een context die uitnodigt tot 'kunst afkijken': denk aan leren van het
kijken naar anderen, je afvragen 'wat werkt?' leren van experts, meeliften, overnemen, leren in het echte leven, druk is oké.
2. Een context die uitnodigt tot 'participeren': denk aan het leren in dialoog, met anderen leren, samen iets uitzoeken, onderling vertrouwen als basis.
3. Een context die uitnodigt tot 'kennis verwerven': denk aan met een boek op de bank; een college of lezing, doelgerichtheid en verdiepend.
4. Een context die uitnodigt tot 'oefenen': Denk aan oefenen, training of begeleiding op de werkplek, veiligheid, coaching.
5 Een context die uitnodigt tot 'ontdekken': denk aan het in het diepe springen, nieuwsgierigheid, toeval, creativiteit.
1. Kunst afkijken.
Leren wordt vaak geassocieerd met rust en veiligheid. Kunst afkijken floreert echter onder spanning. Voor de lerenden van deze metafoor is de dagelijkse praktijk de beste leeromgeving: die is hectisch, vrij onvoorspelbaar en constant in beweging. Zij zoeken zelf de situaties op waar zij iets van leren. Ze horen dan ook graag een goed verhaal over een ‘best-practice’, en hebben respect voor inhoudelijke expertise. Ze leren door goed te observeren en van anderen te horen wat werkt. Ze analyseren wat wel en niet tot succes leidt en wat bruikbaar is, en passen dat zelf toe. Meeliften is voor hen dus geen manier om het leren (of werk) te omzeilen maar juist om verder te komen. “Je laat liggen wat je al weet of niet nodig hebt en stapt meteen door naar de ‘complexe’ situatie”. Deze lerenden raken zeker niet gemotiveerd door een spel- of oefensituatie. Ze ervaren dit al snel als ‘kinderspel’. Ze leren het liefst in de échte wereld (in plaats van de leerwereld) waar ze worden uitgedaagd om in een grote complexiteit dingen voor elkaar te krijgen. Dat betekent dat de uitdaging er ook in ligt om fouten te voorkomen of om van een nadeel een voordeel te maken.
Kenmerken van het leren:
Leert het liefst in echte situaties, de praktijk van alle dag.
Leert onder druk, in situaties die complex, urgent, belangrijk zijn
Leert van best-practices
Leert van eigen en andermans successen.
Leert door middel van observeren en helder analyseren.
Contra-indicaties voor het leren:
Praat niet graag over het leren zelf.
Haakt af bij lange verhalen of gesprekken.
Haakt af bij een nadruk op reflectie en bij veel verdieping (meer kennis en achtergronden dan strikt nodig is voor het oplossen van het probleem)
Heeft vaak een allergie voor oefenen, doen alsof, herhaling.
Samenwerking:
Heeft vaak moeite met mensen die de veiligheid opzoeken, geen risico’s nemen.
Herkent zich in de resultaatgerichtheid van het kennis verwerven maar is eerder op zoek naar wat werkt dan hoe het in elkaar zit.
Irritatie kan ontstaan bij het participeren: te veel nadruk op vertrouwen, tijd nemen voor het gesprek, te langzaam toewerken naar resultaat.
Suggesties voor je eigen leren en ontwikkelen als kunst afkijker:
leren in het werk; ga niet te snel naar een opleiding, zoek eerst mogelijkheden om in het werk te leren;
als je toch een opleiding zoekt, kies dan voor die opleidingen waarin best practices worden besproken;
organiseer mensen om je heen die je bewondert of die iets wat je wilt leren al beheersen, en observeer goed;
vraag collega's wat 'werkt';
expliciteer succesfactoren.
2. Participeren
Leren is in het verleden vaak gezien als een individueel proces. Steeds vaker wordt echter de sociale kant van het leren onderstreept. Leren doe je met en van elkaar. Kennis is niet iets objectiefs; iedereen heeft zijn eigen betekenis maar door erover te praten kom je tot een gezamenlijke betekenis. Mensen die juist samen met anderen goed tot leren komen, hebben het ‘sparren’ nodig om eigen ideeën helder te krijgen en aan te scherpen. Je wordt gedwongen om iets onder woorden te brengen. Bovendien word je gevoed door reacties en ideeën van anderen. En het is voor iedereen een win-win situatie. Leren is voor deze lerenden het gemakkelijkst in een groep die aandacht heeft voor elkaar en waar men elkaar vertrouwt. Samen sta je sterk en kun je fouten voorkomen. Begeleiding kan interessant zijn, vooral in de vorm van een teamcoach die enigszins stuurt op de samenwerking. Maar onderling taken verdelen of een wisselend voorzitterschap is ook een goed alternatief.
Kenmerken van het leren:
Leert graag met en van elkaar.
Is graag in gesprek en interactie.
Leert in activiteit.
Leert door te participeren.
Hecht veel waarde aan (onderling) vertrouwen.
Contra-indicaties voor het leren:
Heeft moeite om tot leren te komen bij teveel gelijkheid, gelijkgestemdheid (je moet elkaar wat te bieden hebben), groupthink.
Heeft moeite om tot leren te komen bij gebrek aan significante anderen.
Heeft moeite met ongelijkheid in teams (mensen die geen verantwoordelijkheid nemen of zich onttrekken aan het team).
Blokkeert als er te weinig tijd is om van gedachten te wisselen.
Samenwerking:
Mensen die graag participerend leren hebben niet zo snel een probleem in de keuze voor samenwerking.
Soms kan het botsen met mensen die kennis verwerven of kunst afkijken omdat er te weinig tijd wordt genomen om een band op te bouwen en er uit het oogpunt van efficiency snel wordt gekozen voor taak verdelen.
Suggesties voor je eigen leren en ontwikkelen als participeerder:
Organiseer dat je samen met anderen gaat leren, zoek in werk en opleidingen naar die activiteiten waarbij samenwerken en samen leren centraal staat.
Houd er rekening mee dat vertrouwen een voorwaarde kan zijn om tot leren te komen.
Verzamel mensen om je heen die dezelfde vragen hebben als jou. Doe indien mogelijk een beroep op een procesbegeleider.
Denk aan leervormen als 'actie-leren' en 'intervisie'.
3. Kennis verwerven
Veel begeleiders en docenten zijn op zoek naar manieren om de theorie dichter bij de praktijk te brengen en uit de greep van het klassikale systeem te komen. Maar er zijn ook mensen die juist de voorkeur geven aan deze manier van leren. Zij hechten belang aan overdracht van kennis en aanleren van vaardigheden. Zij leren vaak goed in een gestructureerde situatie waarin doelen zijn gesteld en waar het onderwijs wordt verzorgd door ‘vakmensen’, docenten die hun vak goed beheersen. Of zij verdiepen zich graag in vakkennis en zijn thuis te vinden met een boek op de bank. Kennis speelt dus een belangrijke rol. ‘Fouten moet je voorkomen.’ Lukt dat niet dan is dat een signaal van verkeerde planning, slechte voorbereiding of onvoldoende kennis.
Deze lerenden weten wat ze willen weten; ze richten hun leren op het bereiken van een concreet eindresultaat in heldere tussenstappen.
Kenmerken van het leren:
Heeft baat bij structuur in het aanbod en in de inhoud.
Hecht belang aan objectiviteit, zoekt ook zelf naar objectieve kennis.
Heeft kennisbronnen in de omgeving van het leren nodig: in mensen (expertise) en materialen (literatuur e.d.)
Contra-indicaties voor het leren:
Heeft vaak een allergie voor onwetendheid, onnadenkendheid.
Houdt niet van mensen of processen die oppervlakkig of kort door de bocht gaan.
Wil graag eerst weten van de hoed en de rand voor ergens mee aan de slag te gaan.
Samenwerking:
Heeft moeite met mensen die vanuit het niets willen ontdekken, creëren. Heeft zelf juist ruimte en tijd nodig om goed geïnformeerd aan de slag te gaan.
Kan moeite hebben met te grote procesoriëntatie (praten over hoe in plaats van wat).
Mensen die bij voorkeur kennis verwerven, herkennen zich vaak in de resultaatgerichtheid van de mensen die kunst afkijken.
Suggesties voor je eigen leren en ontwikkelen als kennis verwerver:
Weet dat door het volgen van een opleiding geen verandering in de
praktijk optreedt, maar dat kennis en handelingsrepertoire worden uitgebreid.
Plan het leren; bepaal wat je wanneer wilt leren en breek complexe leerdoelen af in subdoelen.
Regel een gesprek met een deskundige over het betreffende onderwerp.
Vermijd creatieve en ongestructureerde open bijeenkomsten. Deze kunnen irritatie opwekken.
4. Oefenen
Naast kennis verwerven is oefenen wellicht de bekendste leercontext. Bekende vormen van oefenen zijn het rollenspel of een ‘klassieke training’. Grootste zorg daarbij is hoe je het geleerde toepast in de praktijk. Daarom wordt alles overwegend geoefend en geleerd in situaties die de praktijk zoveel mogelijk benaderen. Recentelijk wordt veel op de werkplek geoefend; denk aan training-on-the-job, stages en rollenspel. Centraal blijft daarbij wel staan dat het een ‘leersituatie’ betreft. Dat betekent dat de omgeving veilig genoeg moet zijn om fouten te mogen en durven maken. En de omgeving moet niet zo complex zijn dat lerenden geen ruimte hebben om zich te kunnen concentreren op het leren. Bovendien moet er voldoende rust zijn om te kunnen reflecteren. Leren kan dus het best in een rustige, veilige, niet te complexe maar wel realistische omgeving waar men kan experimenteren, vragen kan stellen en tijd krijgt om over iets na te denken. De begeleiding kan vanuit de praktijk komen of een goede docent zijn. Belangrijk is dat er iemand is die het leren kan begeleiden, situaties kan vereenvoudigen, op dingen kan wijzen of juist iets kan aanreiken dat je weer een stap verder brengt. Met de begeleider kun je ook fouten bespreken want fouten zijn een bron van informatie om van te leren.
Kenmerken van het leren:
Is geïnteresseerd in leren, in het eigen leren en in praten over leren.
Heeft behoefte aan herhaling.
Heeft het leren van fouten vaak hoog in het vaandel staan en wil van daaruit tijd en ruimte voor reflectie en feedback.
Heeft behoefte aan veiligheid.
Hecht belang aan begeleiding in het leren.
Contra-indicaties voor het leren:
Heeft moeite met te veel nieuwe dingen tegelijkertijd in de praktijk brengen (omgeving met veel innovatie op de werkplek).
Gebrek aan gevoel van bekwaamheid heeft sterke negatieve invloed op het leren.
Heeft moeite met situaties waarin te weinig tijd en ruimte is voor reflectie.
Samenwerking:
Werkt moeilijk samen met mensen die graag de kunst afkijken. Het verschil tussen reëel (van kunst afkijken) en realistisch (van oefenen) is cruciaal en deze begrippen staan haaks op elkaar. De scherpte, resultaatgerichtheid, complexiteit en druk waarbij iemand die de kunst afkijkt wel vaart, zorgt bij iemand die behoefte heeft aan oefenen juist voor onveiligheid en onzekerheid, waardoor het leren geblokkeerd wordt.
Vaak ontstaat er een zekere resonantie met mensen die graag participeren, omdat beiden sturen op de onderlinge verhoudingen, met name veiligheid en vertrouwen.
Suggesties voor je eigen leren en ontwikkelen als oefenaar
Leren in een veilige omgeving is voor jou belangrijk en er moet kunnen worden geoefend. Dus zoek bijvoorbeeld een passende training
Laat je omgeving weten wat je wilt leren. Dat zorgt ervoor dat fouten eerder worden geaccepteerd en de drempel voor het geven van feedback door mensen uit de omgeving lager zal zijn.
Wil je in het werk leren, zoek dan een 'leermeester'. Iemand die voor jou de lijnen uitzet en de kaders aangeeft.
Voordat je het gevoel heeft iets te hebben geleerd, wil je zelf dingen kunnen uitproberen. Maak bijvoorbeeld met je leidinggevende afspraken over tijd en ruimte om met nieuwe competenties te kunnen experimenteren.
5. Ontdekken
Ontdekkend leren gaat ervan uit dat leven en leren synoniemen zijn. Leren doe je niet alleen tijdens een opleiding, leren doe je continu. Niet leren bestaat niet. Dit bewustzijn maakt dat mensen veel leren uit de dagelijkse gang van zeken en de onverwachte gebeurtenissen die zich voordoen. Leren in een officiële leersituatie (zoals een opleiding of workshop) is vaak te beperkend, te voorgestructureerd. Een grote mate van vrijheid is belangrijk. Deze lerenden zoeken graag hun eigen weg. Dat hoeft niet noodzakelijkerwijs de meest efficiënte weg te zijn als het maar de meest interessante is.
Een ‘ontdekker’ zoekt naar inspiratie en betekenis en haalt dit uit zijn omgeving, vrienden, omstanders, en dergelijke. Kennis is wat je er zelf van maakt. Wat voor jezelf betekenisvol is, blijft hangen en wordt gebruikt. Een begeleider van het leerproces is niet nodig maar een inspirerend ‘docent’ of ‘begeleider’ wordt serieus genomen. Deze lerenden zijn vaak herkenbaar aan een drang naar creativiteit en het zelf willen uitvinden. Ze kunnen in eerste instantie wel eens chaotisch overkomen. Fouten horen erbij en houden je alert. Kost iets te veel moeite dan weet je dat je een andere richting uit moet.
Kenmerken van het leren:
Hecht belang aan zelfsturing
Leert eerder in leef- dan in leersituaties
Leert door zelf uitproberen, zelf betekenis te geven op basis van impliciete kennis en kan goed overweg met verschil in betekenissen (zoekt niet naar de waarheid).
Leert door interesse gedreven.
Leert in uitdagende situaties.
Contra-indicaties voor het leren:
Houdt niet van veel begeleiding (inspiratie en vrijheid zijn in de begeleiding het meest belangrijk).
Houdt niet van structurering rond wat er moet worden geleerd. Vindt het vaak zelfs niet prettig als vooraf al bekend is wat er geleerd moet worden.
Heeft de neiging om veel interessant te vinden dus een groot aanbod en te veel keuzes kunnen contraproductief werken.
Samenwerking:
Samenwerking met mensen die erg gericht zijn op kennis kan problematisch zijn. Kennisverwervers kunnen gezien worden als vertragend.
Herkent zich in het leren in en om de praktijk die ook eigen is aan kunst afkijken het grote verschil zit met name in het aan den lijve willen ondervinden. Men neemt wel over maar pas nadat men het zelf heeft ervaren.
Suggesties voor je eigen leren en ontwikkelen als ontdekker:
Vrijheid. Doelen zijn belangrijk, maar verhinderen je leren. Leren doet zich voor op de meest onverwachte momenten, dus te veel doelgerichtheid kan spontaniteit in de weg staan.
Inspiratie is belangrijk. Dus zoek in je omgeving naar mensen die jou inspireren en ga daarmee gesprekken aan.
Neem de ruimte om bij een vraagstuk uitgebreid te zoeken op internet.
Zoek variatie in je werkomgeving als je eentonigheid begint te ervaren.
Vier je successen.