Stap 1

Leerdoelen:
1. Je kunt uitleggen wat het interne milieu en het externe milieu van een organisme is.

 

Lucht is van levensbelang

Schone lucht bevat weinig stoffen die het ademhalingsstelsel aantasten of ons ziek maken. Het belang van schone lucht is voor iedereen duidelijk. Langere blootstelling aan fijnstof kan grote gevolgen hebben voor de werking van je longen en kan leiden tot hart- en vaatziekten.

Bekijk het volgende filmpje:

Interne en externe milieu
Fijsntof bevindt zich in de atmosfeer, dit noemen we het uitwendige oftewel het externe milieu. Weefselvloeistof, bloedplasme, lymfevloeistof en plasma in de cel behoren tot het inwendige milieu (interne milieu). De inhoud van het ademhalinstelsel en spijsverteringstelsel behoren tot het externe milieu. Dus de fijnstof in de lucht behoort ook tot het externe milieu.

Wanneer stoffen een cellaag doorgaan, komen ze in het interne milieu terecht. Tussen het externe en interne milieu bevindt zich minimaal één celmembraan. Een zuurstofmolecuul dat bijvoorbeeld in de longblaasjes naar het bloed gaat, passeert hierbij een laag cellen in de longen en verplaatst zich dan van het externe milieu naar het interne milieu.

Ons lichaam heeft een aantal manieren tot zijn beschikking om stoffen uit de lucht te filteren, maar dan moet het stof in de lucht niet te fijn zijn.

 

Opdracht 1
Fijn stof is een begrip dat op veel manieren kan worden uitgelegd.
Lees de informatie over fijn stof in Wikipedia of de informatie van Milieuloket .

Geef antwoord op de volgende vragen:

  1. Wat wordt verstaan onder fijn stof?
  2. Wat zijn de bronnen van fijn stof?
  3. Hoe komt het fijn stof in de lucht?
  4. Wat zijn de gezondheidsrisico’s?
  5. Hoe kan fijnstof dat aanwezig is in het externe milieu ons toch ziek maken?