Stap 3

Leerdoelen:
20. Je kunt de delen van een hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.

Alleen VWO
25. Je kunt de werking en aansturing van het hart beschrijven en uitleggen waardoor de hartfrequentie beïnvloed wordt.

 

Bouw en werking van het hart

Het hart
Het is noodzakelijk dat bloed richting alle cellen van het lichaam stroomt en weer terug en daarbij zo dicht mogelijk bij alle cellen komt. Het bloedvatenstelsel en het hart zorgen hiervoor. Elke hartsamentrekking zorgt voor een ‘vloedgolf’ van bloed door de bloedvaten. Je kunt dit voelen aan je pols: de polsslagader zet elke minuut meer dan 60 keer uit.

Bekijk het filmpje: Je hart is zo groot als een vuist

Door een samentrekking van het hart stroomt een gedeelte van het bloed naar de longen en een gedeelte naar de rest van het lichaam. In beide gevallen gaat het bloed door slagaders, haarvaten en aders.

Ons hart pompt ons hele leven, ook al merken we daar meestal niets van. Onbewust blijft de belangrijke spier in beweging. Het hart werkt niet elk moment even hard. Tussen elke samentrekking van het hart zit een korte rustperiode waarin het hart herstelt. Het hart gaat harder kloppen bij een toenemende inspanning van het lichaam.

Op volwassen leeftijd is het hart ongeveer zo groot als een vuist. Het ligt in de borstholte, links onder het borstbeen. Per minuut slaat het hart in rust zo’n 60-80 keer. Bij elke hartslag wordt er bloed naar het lichaam en naar de longen gepompt en komt er bloed terug in het hart.

Het hart zelf moet ook voortdurend van voedsel en zuurstof worden voorzien, anders kan het zijn werk niet doen. De bloedvaten die het hart van voedsel en zuurstof voorzien zijn de kransslagaders en de bloedvaten die afvalstoffen en koolstofdioxide afvoeren zijn de kransaders. Verschillende hart- en vaatziekten bedreigen een goede werking van het hart en bloedvaten. Sommige hart- en vaatziekten zijn aangeboren en/of erfelijk bepaald. Bij anderen kan sprake zijn van leefstijlziekten.


Bouw van het hart
Een hart is in feite een dikwandig gekronkeld bloedvat. Het heeft een ruimte waarin het bloed stroomt en het heeft een hartwand. De bloedvatwand van het hart is gespierder dan bij normale bloedvaten. Vooral de hartkamers hebben een dikke spierwand.

Het hart is te verdelen in een linker- en een rechterhelft. Deze twee helften zijn gescheiden door een spierwand. Zowel de linkerkant als de rechterkant bestaat uit twee ruimten:

  • Links de rechterboezem en de rechterkamer
  • Rechts de linkerboezem en linkerkamer

In het hart zijn vier hartkleppen aanwezig die ervoor zorgen dat bloed niet terugstroomt:

Twee halvemaanvormige kleppen / slagaderkleppen tussen:

  • de rechterkamer en de longslagader
  • de linkerkamer en de aorta (lichaamsslagader)

Twee vlezige kleppen (tweeslippige en drieslippige klep) / hartkleppen tussen:

  • de rechterboezem en rechterkamer
  • de linkerboezem en linkerkamer

Wanneer de kamers samentrekken, gaan de slagaderkleppen open en de hartkleppen dicht. Wanneer de boezems samentrekken, gaan de hartkleppen open. De druk in de slagaders is dan groter dan de druk in de kamers. Daardoor zijn de slagaderkleppen dicht. Die gaan pas weer open als de kamers voldoende druk opbouwen.

  • Het hart is verdeeld in een linker- en een rechterkant.
  • Het bestaat uit kamers, boezems en kleppen.
  • Het bloed wordt door het hart door je hele lichaam gepompt.

 

Opdracht 4

  1. Door welke delen van het hart komt een bloedcel die van de bovenste holle ader naar de aorta gaat?
  2. Welke kamer heeft de meest gespierde wand, de rechter of de linkerkamer? Leg je antwoord uit.
  3. Wat is de functie van de hartkleppen? En van de halvemaanvormige kleppen?
  4. Is de bloeddruk aan het begin van de aorta lager dan, gelijk aan of hoger dan de bloeddruk aan het begin van de longslagader? Leg je antwoord uit.
  5. Wat is de functie van de kransslagaders en de kransaders?
  6. Bij het roken van een sigaret wordt in de longen nicotine opgenomen in het bloed. In welk deel van het hart komt nicotine het eerst terecht?

 

Opdracht 5 Polsslag meten
De hartslag is goed te meten door het tellen van de polsslag.

Let op: deze meting is niet geheel betrouwbaar! Maak je dus niet direct zorgen als jouw polsslag niet overeenkomt met die van klasgenoten.


Opdracht 6 Stethoscoop
Soms hoor je met de stethoscoop bij iemand een hartruis. Dit ontstaat als een klep niet goed sluit.
Het hart gaat harder werken ter compensatie van de niet goed sluitende hartklep.

Op welke wijze compenseert het hart dit?

 

Werking van het hart
Een andere manier om informatie over de werking van het hart te krijgen is een ECG (elektrocardiogram).

Bekijk het filmpje:

De hartcyclus is te verdelen in drie fasen die elkaar steeds opvolgen (zie de afbeelding hieronder).

De beide boezems stromen vol met bloed uit de aders. De rechterboezem wordt gevuld met bloed uit de onderste en bovenste holle ader en de linkerboezem met bloed uit de longader. Door het vullen van de boezems met bloed, wordt de bloeddruk in de boezems hoger. Wanneer de bloeddruk in de boezems hoger is dan in de kamer, trekken de boezems tegelijkertijd samen (boezemsystole). De hartkleppen gaan open en bloed stroomt van de boezems naar de kamers.

 

Vervolgens stromen de rechter- en linker kamer vol met bloed. Door het vullen van de kamers is de bloeddruk daar hoog, hierdoor sluiten de hartkleppen. Wanneer de bloeddruk in de kamers hoger is geworden dan de bloeddruk in de slagaders, trekken de kamers tegelijkertijd samen (kamersystole). De slagaderkleppen gaan open en het bloed stroomt de kamers uit. Het bloed uit de rechterkamer stroomt naar de longslagader en het bloed uit de linkerkamer naar de aorta.

 

Daarna ontspant de hartspier zich (hartpauze), zowel de kamer als de boezem is op dit moment ontspannen. Het bloed stroomt uit de holle aders en de longaders in de boezems en een beetje bloed stroomt door naar de kamers. De hartkleppen zijn gesloten en verhinderen dat er bloed naar de longslagader en aorta stroomt.

 

Opdracht 7 ECG
Neem het onderstaande schema over en vul in wat op de tijdstippen 1, 2, 3 en 4 met de verschilende delen van het hart gebeurt.

Activiteit van de delen van het hart op verschillende tijdstippen

 

boezems

holle aders

kamers

Vlezige kleppen

Halvemaan-vormige kleppen

P

 

 

 

 

 

Q

 

 

 

 

 

S

 

 

 

 

 

T

 

 

 

 

 

 

Opdracht 8 Harttonen
Met behulp van een stethoscoop kun je twee harttonen horen.

  1. Een doffe, vrij lage toon, die ontstaat bij het begin van de samentrekking van de kamers.
    De toon ontstaat door trillingen van het sluiten van de kleppen tussen boezems en kamers.
  2. Een korte, hogere toon bij het begin van het ontspannen van de kamers.
    Deze toon wordt vooral veroorzaakt door het sluiten van de kleppen tussen de kamers en de slagaders.

Luister naar de harttonen van een medeleerling met behulp van de stethoscoop of luister naar het geluidsfragment.

 

Hartslagfrequentie
Wanneer je gaat sporten gaat hebben de cellen van voornamelijk je spieren meer zuurstof nodig. Het zenuwstelsel regelt dat de hartslagfrequentie omhoog gaat, het hart gaat vakker kloppen. Hierdoor wordt er meer bloed door je lichaam gepompt. De hartslagfrequentie is het aantal slagen per minuut. Bij pasgeboren baby's is de hartslagfrequentie gemiddeld 130 slagen per minuut (bpm), bij volwassen in rust gemiddeld 70 bpm.

Bij goed getrainde sporters blijkt soms het hartritme tijdens inspanning weinig of niet te stijgen. Toch wordt er bij deze mensen ook meer bloed naar de spieren gepompt. De hartslagfrequentie stijgt dan niet, maar het hart gaat krachtiger pompen waardoor de slagvolume groter wordt. De slagvolume is de hoeveelheid bloed die per hartslag wordt weggepompt. Bij volwassenen wordt per hartslag 70 tot 100 mL bloed in de aorta gepompt.

Wanneer je de hartslagfrequentie en de slagvolume van iemand weet, kun je de hartminuutvolume berekenen. Dit is de hoeveelheid bloed die het hart per minuut kan rondpompen.

 

Opdracht 9

  1. Is het slagvolume van de linkerkamer kleiner dan, ongeveer gelijk aan of groter dan de hoeveelheid bloed die de rechterkamer per hartslag wegpompt?
  2. Bereken het gemiddelde hartminuutvolue van een volwassen persoon in rust met de gegevens uit de tekst.