De ontwikkeling van de hersenen duurt tot ongeveer het 25e levensjaar. Daarmee neemt het intellectuele vermogen van de jongere in de adolescentie flink toe. Hersencellen sterven af om ruimte te maken voor het leggen van verbindingen, waardoor de jongere een breder inzicht kan hebben dan ooit. Het langetermijngeheugen neemt toe, waardoor informatie langer dan voorheen bewaard kan blijven. Er worden meer en betere strategieen gebruikt om dingen te onthouden.
De aard van het denken bereikt volgens Jean Piaget (1972) het 4e stadium, namelijk het formeel en operationeel denken. Formeel denken gaat over mogelijkheden; het overstijgt de werkelijkheid. Adolescenten zijn in staat hypothetisch-wetenschappelijk te denken. Ze zijn flexibel in het omschakelen van het concrete en specifieke naar het abstracte en mogelijke. Ook het bedenken van alternatieven en deze te vormen tot concrete specifieke zaken. (zie onderstaande video ter verduidelijking).
Jean Piaget stadium 4: formeel-operationele fase
Juist door het toepassen van de nieuwe intellectuele mogelijkheden kan er bij de jongere adolescent egocentrisme ontstaan. Hiermee denkt de jongere overal een logische, ondubbelzinnige oplossing voor te kunnen vinden. Adolescenten genieten van deze verworven intellectuele mogelijkheden en zijn er trots op. Ze kunnen hun standpunt heftig, koppig en uitgebreid met argumenten onderbouwen en zijn het best benaderbaar als ze de kans krijgen hun eigen mening te vertellen. De felheid en hardnekkigheid waarmee een adolescent dit kan doen wordt ook wel morele agressie genoemd. Dit betekent dat adolescenten vaak overtuigd zijn van hun gelijk. Ze kunnen zich in idealen storten en zich met huid en haar geven om hun standpunt te verdedigen en zo de wereld te verbeteren. Na verloop van tijd zullen ze leren nuanceren.
Door een toename in bovenstaande intellectuele mogelijkheden kan de adolescent metacognitie vormen, dit is denken over het denken. Deze denkvorm opent de weg voor het filosofisch denken. Dit geeft adolescenten het gevoel over superieure intellectuele mogelijkheden te beschikken. Het gevaar is wel dat dit tot diepe maar eenzame inzichten kan leiden.
Adolescenten ondergaan ook een sociaal-cogintieve ontwikkeling. Deze wordt verder uitgelegd onder het kopje sociale ontwikkeling van de adolescent.