Gedurende de basisschooltijd maakt een kind een constante lichamelijke groei door. Bij sommige kinderen, vooral bij meisjes, gaat deze door in een stevige groeispurt aan het eind van deze periode. Spiercoördinatie en -beheersing zijn in het begin onregelmatig en onvolledig, maar worden beter tegen het einde van de basisschooltijd. Kinderen krijgen daarnaast een betere controle over het lichaam en leren in deze periode over het algemeen hardlopen, (touwtje)springen, fietsen en schaatsen. Jongens doen het vaak beter dan meisjes bij bijvoorbeeld sportactiviteiten, terwijl meisjes meestal beter zijn in activiteiten die fijn-motorische vaardigheden vereisen, zoals tekenen. Jongens besteden meer tijd aan het zich eigen maken en ontwikkelen van lichamelijke vaardigheden, terwijl meisjes zich meer oefenen in creatieve en sociale vaardigheden.
Spel en beweging:
Voor een kind is spelen belangrijk omdat het leuk is. Daarnaast is spel goed voor de ontwikkeling van kinderen. Een kind leert door middel van spel om creatief oplossingen te zoeken, de wereld te ontdekken en zich op verschillende vlakken (motorisch, creatief, cognitief et cetera.) te ontwikkelen.
Er zijn verschillende soorten spel te onderscheiden. Denk aan:
Voorbeelden van spel en beweging bij kleuters en basischoolkinderen zijn: schipper mag ik overvaren, tikspel, estafette, concentratiespel, blikspuit, voetbal, volleybal, badminton, softbal. Deze site kan helpen bij het zoeken naar meer spelletjes of bewegignsactiviteiten: https://sport.infonu.nl/sportieve-activiteiten/30985-diverse-spelletjes-voor-kinderen.html
Activiteitenbegleiding
Als algemeen gegeven stelt de activiteitenbegeleider zich als doel: Het begeleiden van personen bij activiteiten in het dagelijks bestaan, zodat zij zich lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welbevinden. De activiteit is geen doel op zich, maar een middel om het bovenstaande te bereiken.
De activiteitenbegeleider maakt daarbij onderscheid tussen drie verschillende aspecten:
Hieruit kunnen vier activiteitensoorten worden benoemd:
Creatieve en recreatieve activiteiten; uitstapjes,onderhouden of aanleren van hobby's, muziek maken, sport en spel etc. De doelen zijn afhankelijk van het individu en kunnen heel verschillend zijn. Te denken valt aan zich nuttig voelen, sociale contacten onderhouden, verveling tegengaan en zingeving.
Bij deze activiteiten gaat het erom de persoon iets aan te leren in de ruimste zin van het woord. Verkeersles voor mensen met een matig verstandelijke beperking, contact leren maken met anderen, uitbreiden van vaardigheden op elk willekeurig interessegebied. De doelen zijn afhankelijk van het individu, bijvoorbeeld jezelf waar maken, ontwikkelen en zekerder voelen.
Dit worden ook wel ADL-activiteiten genoemd, Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen. Deze activiteiten zijn gericht op het behoud van zelfstandigheid en onderhoud van "lichaam en woning". Wassen, strijken, boodschappen doen, gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer etc. Mogelijke doelen zijn uitbreiden van vaardigheden op sociaal, emotioneel en motorisch gebied, gevoel van eigenwaarde versterken, gevoelens van afhankelijkheid verminderen.
Hier draait het met name om het maken of leveren van producten en diensten ten behoeve van anderen. Inpak- en montagewerk, tuinonderhoud, verzorgen van dieren, administratieve werkzaamheden. Doelen kunnen zijn: Zinvolle dagbesteding, structuur, samenwerken en sociaal gevoel versterken, voorbereiden op een baan buiten de muren van een instelling.
Bij de doelgroep kleuter- basisschoolkind is de activiteitenbegeleider vooral bezig leersituaties en vrijetijdssituaties. Daar passen educatieveacitviteiten bij zoals: wie ben ik?, woordenslang, beginletterspelletjes, woordsommen maken, galgje, KIM-spelen, schilderen en houtbwerking.
Ook doet de acitviteitenbegeleider verschillende ontspannigsactiviteiten zoals: blikspuit, tik- en balspelletjes, dansen, poppenkast en kinderen muziek laten maken.
Dansen met tante Rita https://www.youtube.com/watch?v=pna6Q85GekY