Een baby richt zich vaak helemaal op zijn ouders of verzorgers en al snel ontstaat een band. Op de leeftijd van twee tot drie maanden wordt de relatie tussen hen versterkt door oogcontact en glimlachjes.
De sterke emotionele band die een baby en zijn ouders of verzorgers met elkaar hebben, vormt de basis voor de hechting. Bij veilige hechting leert het kind dat het op de ouders of verzorgers kan rekenen. Baby's vertonen verschillende vormen van vroeg hechtingsgedrag zoals kraaien, schoppen, geluidjes maken, (glim)lachen, huilen en stevig vastpakken. Daarnaast kan een baby zich gaan hechten aan een speciaal dekentje of knuffelbeest dat een veilig en prettig gevoel geeft. Hoewel hechting al bij de geboorte begint, wordt deze gedurende de tweede helft van het eerste jaar steeds belangrijker.
Net als volwassenen hebben baby's een temperament. Sommige baby's zijn gemoedelijk: zij krijgen snel vaste routines en passen zich over het algemeen gemakkelijk aan in nieuwe situaties. Andere baby’s komen als het ware langzaam op gang, zijn wat schuwer en reageren later en stiller op honger of andere ongemakken. Er zijn ook baby’s die heftig reageren wanneer iets ze niet zint, en die niet zo goed tegen verandering kunnen.
Opvoedstijlen:
De sociale ontwikkeling heeft ook grotendeels te maken met de opvoedstijl die de ouders kiezen. In het schema hieronder staan de verschillende soorten opvoedstijlen.
Stijl |
Emotionele betrokkenheid |
Autoriteit |
Autonomie |
Autoritatieve ouder |
Ouder is warm, oplettend en gevoelig voor de behoeften en interesses van het kind |
Ouder stelt redelijke eisen aan het volwassenheidsniveau van het kind; legt regels uit en versterkt deze |
Ouders staat het kind toe beslissingen te nemen wanneer het daar aan toe is; luistert naar het standpunt van het kind |
Autoritaire ouder |
Ouder is koud en afwijzend; haalt het kind vaak naar beneden |
Ouder is veeleisend, kan dwang gebruiken door te schreeuwen, commanderen en bekritiseren en vertrouwt op straffen |
Ouder neemt de meeste beslissingen voor het kind, luistert zelden naar het standpunt van het kind |
Permissieve ouder |
Ouder is warm, maar loopt het risico het kind te verwennen |
Ouder stelt weinig tot geen eisen aan het kind- vaak vanuit misplaatste zorg voor de eigenwaarde van het kind |
Ouder staat kinderen toe zelf beslissingen te nemen voor het daar aan toe is |
Verwaarlozende ouder |
Ouder is emotioneel verwijderd, teruggetrokken en onoplettend |
Ouder stelt weinig tot geen eisen aan het kind- interesse of verwachtingen voor het kind ontbreken |
Ouder is onverschillig tegenover beslissingen of standpunten van het kind |
Bijsluiter voor kinderen https://www.youtube.com/watch?v=N_zX8vpGqRw