Algemene formule
De stelling van Pythagoras kan alleen worden gebruikt in een rechthoekige driehoek. Wanneer je zeker weet dat je te maken hebt met een rechthoekige driehoek kun je gaan werken met de formule. Er zijn twee manieren om de algemene formule te definiƫren.
Manier 1:
In de rechthoekige driehoek zien we dat elke zijde een naam heeft, namelijk a of b of c. De zijdes die grenzen aan de rechte hoek noemen we zijde a en zijde b. De schuide zijde noemen we zijde c. We zien dat zijde c langer is dan zijde a en zijde b, daarom noemen we zijde c de langste zijde. Zijde a en zijde b noemen we korte zijde 1 en korte zijde 2, het maakt niet uit in welke volgorde.
Om de stelling van Pythagoras te gebruiken zeggen we dat korte zijde 1 in het kwadraat plus korte zijde 2 in het kwadraat even lang is als de lange zijde in het kwadraat. de algemene formule luidt dus alsvolgt:
KZ12 + KZ22 = LZ2
Manier 2:
Voor de tweede manier gebruiken we de letters die bij de zijdes staan. Het principe blijft hetzelfde maar nu gebruiken we letters. Ook hier noemen we de zijdes die aan de rechte hoek grenzen zijde a en zijde b. De formule luidt dan alsvolgt:
a2 + b2 = c2
In de meeste gevallen worden er letters aan de hoeken gegeven in plaats van aan de zijden, dan gebruiken we hoofdletters zoals in de volgende afbeelding.
De zijdes die aan de rechte hoek grenzen in het kwadraat tellen we bij elkaar op en die zijn samen de schuine zijde in het kwadraat. De formule wordt nu ietsjes anders geschreven, namelijk als:
AB2 + AC2 = BC2