Omtrek is totale lengte van de buitenzijde van een figuur oftewel is het de afstand die je aflegt als je over de rand rondom de figuur loopt. De rand wordt ook wel ''omtrek'' genoemd.
Omtrek van veelhoeken, zoals vierkant, rechthoek, zeshoek, driehoek enz. is de totale som van alle zijden.
Voorbeeld:
Als je een rechthoek hebt van 7 bij 3 dan kan je figuur verdelen in 21 vierkantjes van 1 bij 1. Je zegt dan dat de oppervlakte gelijk is aan 21. Er passen precies 21 vierkantjes in. De oppervlakte wordt uitgedrukt in het aantal eenheidsvierkantjes dat er in een figuur past. De oppervlakte geeft aan hoe groot een gebied is. Oppervlakte wordt ook wel grootte genoemd.
Je hebt in wiskunde formules om oppervlakten te berekenen. We zullen nu de formule voor vierkant en rechthoek leren. De formules zijn als volgt:
Op de toets schrijf je eerst de formule op en daarna bereken je de oppervlakte.
Voorbeeld: