Met de rubrics kunnen leerlingen evalueren hoe nauwkeurig, betrouwbaar en valide een onderzoek is. Iedere rubric bevat vijf rijen waarin de verschillende mate van beheersing van het betreffende onderdeel is beschreven. De indeling in vijf niveaus volgt de niveaubeschrijving uit de SOLO-taxonomie.
Alle beschrijvingen in de rubrics bevatten een algemeen deel (tweede kolom) en een voorbeeld waarmee het algemene deel toegelicht wordt. De ervaring leert dat sommige leerlingen voldoende hebben aan het algemene deel, andere leerlingen werken juist vanuit de voorbeelden om het niveau van een onderzoeksonderdeel vast te stellen. Het rode kader geeft aan waar een leerling uit vwo-5/6 zou moeten kunnen komen.