Een stekelbaarsmannetje heeft in de voortplantingstijd een rode buik. Een stekelbaarsvrouwtje heeft dan een zilverglanzende buik. De rode buik is voor het vrouwtje de sleutelprikkel om onbewegelijk te 'staan' in het water. De zilveren buik en de stand van het vrouwtje zijn sleutelprikkels voor het mannetje. Hij reageert hierop door met zigzagbewegingen naar het vrouwtje toe te zwemmen.
Het mannetje toont het vrouwtje het nest door ernaartoe te zwemmen. Het effect van de ene handeling is de prikkel voor de volgende. Zo'n reeks handelingen is een gedragsketen.
Het gedrag dat vooraf gaat aan de paring, zoals zigzaggen en het nest tonen, vormen het baltsgedrag. Tijdens de balts blijkt of dieren paringsbereid zijn. Meestal gaat de balts volgens een vast patroon. Dit vaste patroon verschilt per soort.