te gebruiken bij:
rekenen, taal, W.O., Frans,…
materiaal: vragen met vier verschillende antwoorden (3 fout, 1 juist) (zie voorbeeld in bijlage)
tijdsduur:
15 minuten
spelverloop:
Dit spel kan je spelen op het einde van de les wanneer de leerstof is aangebracht en ingeoefend. Verdeel de klas in groepjes van 3 tot 4 kinderen.
De leerkracht projecteert op het bord een vraag (of stelt de vraag mondeling). Bij de vragen horen vier mogelijke antwoorden. De eerste groep zegt het meest onwaarschijnlijke antwoord uit de vier antwoorden en krijgt daarvoor één punt. De tweede groep geeft daarna het volgende meest onwaarschijnlijke antwoord uit de drie overgebleven antwoorden en krijgt daarvoor twee punten. De derde groep kiest het laatst overgebleven onwaarschijnlijke antwoord uit de twee overgebleven antwoorden en krijgt daarvoor drie punten. Het antwoord dat daarna overblijft is het juiste antwoord. Wanneer een groep een foute keuze maakt (en dus het juiste antwoord geeft) gaat de beurt naar de volgende groep.
Bij de tweede vraag begint een andere groep. De groep die op het einde van de vraagstelling de meeste punten heeft is de winnaar.
differentiatie:
meer informatie en lesideeën op https://nooitmeersaai.wordpress.com/