Brief van psychiater aan huisarts
Van 12-10-20.. tot 20-1-20.. was uw patiënt Nico Douma, 28 jaar oud, op onze afdeling opgenomen. Patiënt was door de huisarts aangemeld bij de crisisdienst op verdenking van een psychose. De huisarts was benaderd door de zus van patiënt die voor het eerst sinds jaren bij patiënt op bezoek kwam en hem daar in zorgwekkende toestand had aangetroffen. Uit de anamnese kwam naar voren dat patiënt zeer angstig was geweest, sinds jaren. Hij was achterdochtig, en kwam alleen sporadisch ’s avonds zo laat mogelijk kort uit huis om hoogstnodige boodschappen te doen. Hij werd beheerst door angst in de gaten te worden gehouden door een organisatie waarover hij geen details durfde te geven. Hij was ervan overtuigd vanuit huizen aan de overkant te worden gefilmd, met als gevolg dat hij de gordijnen altijd dicht hield. Vooral ’s nachts hoorde hij stemmen, zodat hij de hele nacht wakker bleef om te horen wat ze zeiden. Er zou een complot zijn gesmeed patiënt te vermoorden. Volgens de zus van patiënt zou hij als kind altijd wat teruggetrokken zijn geweest, geen haantje de voorste, maar de schoolprestaties waren goed en hij had vriendjes. Na het vwo had hij nog enige jaren economie gestudeerd, maar die opleiding verliep moeizaam waarna hij nog enige tijd via uitzendbureaus aan de slag was gegaan, maar de laatste jaren had hij voor zover de zus wist geen werk en leefde hij van het geld van een erfenis. In de familie viel op dat een grootouder (moeder van vader) in haar leven meerdere malen psychiatrisch opgenomen zou zijn geweest, maar wat er precies met haar aan de hand was geweest was nooit duidelijk geworden. De zus had al jaren nauwelijks contact met patiënt gehad, volgens haar was hij niet bekend met drugs- of alcoholgebruik en was hij van nature zachtaardig. Ze was erg geschrokken toen zij hem zo verwaarloosd en angstig aantrof in zijn kale flatje aan de rand van de stad. Een sociaal psychiatrisch verpleegkundige van de crisisdienst wist enig vertrouwen te winnen en patiënt ertoe over te halen zich op onze afdeling te laten opnemen. Bij opname bleek patiënt een magere, alleenstaande en werkloze man van 27, met een opvallend slecht gebit, angstig en achterdochtig. Somatisch bleken er behoudens zijn slechte gebit en tekenen van psoriasis geen bijzonderheden. Zijn huurflat bleek gehorig en slecht onderhouden, met schimmelvorming in de douche. Met veel moeite wist de groepsleiding patiënt ertoe te bewegen een tandarts te bezoeken. Voordien was hij altijd angstig geweest omdat tandartsen in zijn beleving de mogelijkheid te hebben in zijn mond chips te implanteren die zijn gedachten konden lezen en veranderen. Patiënt was wantrouwend en teruggetrokken, maar ook dankbaar voor de bescherming op de afdeling en niet van plan naar huis te gaan, uit angst voor zijn achtervolgers. Hij verliet de afdeling aanvankelijk niet en keek de hele dag naar buiten, uit angst in de gaten gehouden te worden. Patiënt accepteerde medicatie in de hoop daardoor beter te slapen en zich beter tegen zijn achtervolgers te kunnen verdedigen op de dag dat het nodig zou zijn. Patiënt bleef er aanvankelijk van overtuigd dat die dag zou komen. Patiënt kreeg de eerste dagen slaapmedicatie, 1 dd 20 mg temazepam, en werd ingesteld op 4 mg per dag risperidon. Hierop nam de eetlust toe en kwam hij uiteindelijk tien kilo aan in gewicht. In de eerste week sliep hij aanmerkelijk beter en in de weken daarna namen zijn angsten geleidelijk af. Aangezien zich inmiddels een overgewicht ontwikkelde bleek het noodzakelijk voedings- en bewegingsadviezen te geven. Helaas bleek het te lastig voor patiënt zijn eetlust voldoende te bedwingen. Bovendien bleek uit bloedonderzoek dat zijn glucose iets te hoog werd (6.1 mmol/l). Hierop werd de risperidon omgezet in aripiprazol. Gelukkig bleven de psychotische verschijnselen in remissie en groeide bij patiënt de moed om weer naar huis te gaan. Nazorg en verdere behandeling ontvangt patiënt via ons FACT-team met collega Van Dalen als behandelend psychiater. Patiënt doet sinds enkele weken vrijwilligerswerk bij de plaatselijke kringloopwinkel, hetgeen hem goed bevalt. Er wordt gezocht naar andere woonruimte. De zus heeft zich bereid verklaard om patiënt thuis te ontvangen als het hem in zijn eigen huis teveel wordt. Ook is samen met patiënt een signaleringsplan opgesteld.
Concluderend moet gesteld worden dat sprake is van een psychotisch toestandsbeeld in het kader van schizofrenie, goed reagerend op medicatie. Het advies is de medicatie minimaal twee jaar voort te zetten.