Later in dit project ga je voor het door jullie gekozen praktijkbedrijf bestuderen waarom men zaken doet of gedaan heeft met bepaalde bedrijven. Om daar zinvol over te kunnen praten, moet je nu eerst weten wat er allemaal is in de door jullie gekozen sector. We onderscheiden daarin 3 groepen:
a) Leverancier (voer, fokgelten, opfokhennen, dierenarts, zaaigoed, loonwerk, mest, diensten, adviesbureau, accountant enz.)
b) Afnemers (eieren, melk,vleesvarkens, mest, enz,)
c) publiekrechtelijke organen (overheid, NVWA, waterschap, enz.).
DOEN
In deze taak beginnen we met de leveranciers.
Leveranciers onderscheiden zich in productgerichte bedrijven en dienstverlenende bedrijven.
Vergelijk de uitwerking voor jouw sector (bijv. melkvee) met de uitwerking van een groep met een andere sector, bijv. varkenshouderij. Controleer of je “vergelijkbare” dingen hebt of juist mist.
Let op: dit is hoofdstuk 2.1 van je eindverslag!
Verwerk in je eindverslag:
Paragraaf 2.1: Leveranciers
Wie zijn de leveranciers binnen de keten van het door jullie gekozen bedrijf? Noteer:
Hieronder staat een voorbeeld voor een varkensbedrijf gegeven. De geel gemaakte cirkels geven de “soort producten” aan.