Opdracht 1

Verzorg mij!
Je hebt al eerder gekeken naar de sperreflex bij jonge merels.
In deze stap bekijk je deze sperreflex ook van de andere kant: van de kant van de ouders.
Een merel heeft in de voortplantingstijd een sterke voederdrang.
Bestudeer de Kennisbank:

KB: Erfelijk bepaald gedrag

Opdracht 1 Jonge merels
Kijk nog eens naar het filmpje over de sperreflex bij jonge merels.

Je kunt in het filmpje ook een gedragsketen onderscheiden.
Beschrijf deze gedragsketen en geef voor elke schakel in deze keten steeds aan wat de prikkel en de respons is.

Opdracht 2 Koekoekseend

Broedparasieten leggen hun ei(eren) in het nest van een andere soort.
De koekoek is hier het bekendste voorbeeld van.

  1. Op welke manieren voorkomt de koekoek dat de ‘pleegouder’ door heeft dat er een vreemd ei in het nest ligt?
  2. Hoe ‘weet’ het koekoeksjong dat het de pleegbroertjes en –zusjes uit het nest moet gooien?
    Wat voor soort gedrag is dit? En wat zijn de sleutelprikkels die hierbij betrokken zijn?
  3. Bestudeer de Kennisbank:
    KB: De erfelijke basis van gedrag in de tijd
    Leg uit dat het gedrag van de koekoeken een adaptieve eigenschap is.
  4. Het koekoeksjong is al snel groter dan zijn pleegouders, maar zorgt er toch voor dat ze hem blijven voeren.
    Kijk zo nodig nog even in de Kennisbank:
    KB: Supernormale prikkel
    Welke twee supernormale prikkels zorgen hiervoor? Werk ze uit.
  5. Koekoeken zijn niet de enige broedparasieten. In het filmpje zie je ook de koekoekseend.
    Welke verschillen zie je tussen de gang van zaken bij de koekoek en bij de koekoekseend?
    Probeer hiervoor verklaringen te geven.
  6. Bedenk een proefopzet om aan de hand van enkele modellen onderzoek te doen aan sleutelprikkels en supernormale prikkels bij de koekoek. Laat je proefopzet door je docent beoordelen.