Opgaven

2H05.1 Opgaven ...............................................................................................................

  Taxi

 

Het taxibedrijf Atax gebruikt voor het berekenen van de ritprijs de volgende formule:

ritprijs = 2 × afstand + 4
 

De ritprijs is in euro’s en de afstand in kilometers.

  1. Neem de tabel over en vul de tabel verder in:

    afstand (km)   0   1   2   3   4   5
    ritprijs (euro)            

 

  1. Teken de grafiek die bij dit verband hoort.

  2. Vul in:
    Omdat de grafiek een rechte lijn is, noem je het verband een ................ .

 

 

 

 

 

 

  Mobiel abonnement

 

Profile is een aanbieder van mobiele telefonie.
Met de gegevens uit de tabel kun je uitrekenen hoeveel je per maand betaalt als je een abonnement neemt bij Profile.

Profile  
vast bedrag per maand € 15,-
prijs per minuut € 0,15

 

  1. Neem de tabel over en vul de tabel in.

    beltijd t (min)   50 100 150 200 250
    belkosten k (€)          

 

  1. Teken de grafiek die bij dit verband hoort.

  2. Is het verband tussen de beltijd t en de belkosten k een lineair verband?
    Leg uit waarom.

 

 

 

 

 

 

  Stippenpatronen

 

Je ziet een rij stippenfiguren.

Bij de rij hoort de formule:

    a = n × n     of, korter:  a = n2
 

In de formule is n het figuurnummer en a het aantal stippen.

  1. Neem de tabel over en vul de tabel verder in.

    n 1 2 3 4
    a        

 

  1. Teken de grafiek die bij dit verband hoort.

  2. Is het verband tussen het figuurnummer n en het aantal stippen a een lineair verband?
    Leg je antwoord uit.

 

 

 

 

 

 

 

 

  Formules

 

 

Bekijk de volgende twee formules:

In de formule is de tijd in uren en de afstand in kilometers.

  1. Formule II kun je korter schrijven als:  afstand = 2 × .......

  2. Neem de tabel over en vul de tabel verder in:

    tijd t (uur)   0   1   2   3   4   5
    Formule I afstand (km)            
    Formule II afstand (km)            

 

  1. Teken de grafieken bij beide formules in één assenstelsel.

  2. Is het verband bij formule I een lineair verband?
    En hoe zit dat met het verband bij formule II?

 

 

 

 

 

 

 

 

  Kaars

 

Zoë heeft een kaars van 30 cm lang.
Ieder uur dat de kaars brandt, wordt de kaars 2 cm korter.

  1. Maak de formule bij het verband af:

    lengte = ... - ... × brandtijd
  2. Neem de tabel over en vul de tabel verder in.

    brandtijd (uur)   0   2   4   6   8 10
    lengte (cm)            

 

  1. Hoe kun je aan de tabel zien dat het verband tussen de brandtijd en de lengte een lineair verband is?

 

 

  Lineair verband?

 

Bekijk onderstaande tabel:

tijd (uur) 1   2 4 6 10
afstand (km) 45 90 180 270 450

 

  1. Leg uit of deze tabel hoort bij een lineair verband.
  2. Teken de grafiek die bij deze tabel hoort