Grammatica B

Naamvallen:

Opdracht 1

Je gaat nu de Naamvals schema fouloos overschrijven en dan uit je hoofd schrijven totdat je het helemaal kent.

Schema naamvallen der en ein- Gruppe

 

Der groep

De lidwoorden der, die en das behoren tot de DER-groep en veranderen van vorm als de naamval, het geslacht of het getal verandert.
De woorden dies-, jed-, manch-, welch-, solch- en all- behoren ook tot de DER-groep  en ook deze veranderen van vorm als de naamval, het geslacht of het getal verandert.

 

Mannelijk

Vrouwelijk

Onzijdig

Meervoud

1e naamval
(onderwerp)

der Bruder

die Schwester

das Haus

die Kinder

3e naamval
(meewerkend voorwerp)

dem Bruder

der Schwester

dem Haus

den Kindern

4e naamval
(lijdend voorwerp)

den Bruder

die Schwester

das Haus

die Kinder

 

 

Ein groep

Het lidwoord ein vormt de EIN-groep en verandert van vorm als de naamval, het geslacht of het getal verandert.
De bezittelijke voornaamwoorden: mein-, dein-, sein-, ihr-, sein-, euer-, ihr- en Ihr- krijgen dezelfde uitgangen als het bijbehorende lidwoord.

 

Mannelijk

Vrouwelijk

Onzijdig

Meervoud

1e naamval
(onderwerp)

ein Bruder

eine Schwester

ein Haus

keine Kinder

3e naamval
(meewerkend voorwerp)

einem Bruder

einer Schwester

einem Haus

keinen Kindern

4e naamval
(lijdend voorwerp)

einen Bruder

eine Schwester

ein Haus

keine Kinder

 

Opdracht 2.

Luister eerst naar uitleg 1e en 4e naamval en maak daarna de volgende ofening:

 
Als je klaar bent met de oefening moet je het eerst naar mij mailen voordat je de oefening kan nakijken.
mail naar: GYalcin@gsf.nl

 

Oefening 1e en 4e naamval deel 1

Oefening 1e en 4e naamval deel 2
 

Opdracht 3

Maak nu de oefeningen uit Na Klar:

11, 13, 14, 15 en 16

Opdracht 4

Maak nu uit Na Klar de volgende oefeningen: 11, 12, 13, 14, 15 en 16

 

Opdracht 5

Maak nu Woordtrainer en Test Jezelf