Solderen

Bij het solderen wordt tin (een metaalsoort) gesmolten, zodat wanneer het weer hard wordt anderen stukken metaal bij elkaar houdt. Bekijk hieronder een video over hoe solderen werkt:

De soldeerbout.

De soldeerbout is een gereedschap die je gebruikt om soldeertin te smelten. Dit gebeurt doordat de punt van de bout erg warm wordt, meer dan 250 graden Celsius! Pas daarom goed op, en steek de bout terug in de houder wanneer je deze niet gebruikt.

Het soldeertin.

Om de verschillende stukken metaal aan elkaar vast te solderen gebruik je soldeertin. Tin is een metaalsoort die mensen al heel lang gebruiken. Wanneer tin aan koper wordt toegevoegd ontstaat er namelijk brons. Tin is een handig metaal voor het solderen, omdat het smelt bij een temperatuur van 232 graden Celsius.

Lood en hars.

Aan de soldeertin wordt ook lood en hars toegevoegd. De lood geeft een stevige soldeerverbinding, en de hars zorgt er voor dat het oppervlakte vetvrij wordt gemaakt bij het solderen. Dit is de doorzichte vloeistof die je ziet wanneer je de tin smelt.

Omdat lood een giftig metaal is gebruik je een afzuiging bij het solderen. Dit haalt de schadelijke rook weg zodat je veilig aan het werk kunt gaan.

Solderen in 5 stappen:

  1. Zorg dat de punt van de soldeerbout schoon is, als hier roet op zit (zwart) dan kan je dit schoonmaken door het met fijn schuurpapier te schuren.
  2. Vertin de soldeerbout. Dit betekent dat je een beetje tin op de punt van de soldeerbout legt.
  3. Vertin de spijker. Raak met de soldeerboutpunt de spijker aan en maak deze warm, na een paar seconden is de spijker warm genoeg en kan je het tin tegen de kop van de spijker houden. Je zult zien dat de tin direct smelt. Als je de soldeerbout nu weghaalt zal de tin afkoelen.
  4. Verwarm de spijker weer met de soldeerbout en leg het ijzerdraad in warm geworden tin op de spijker.
  5. Laat de tin weer afkoelen.