Een mislukte staatsgreep
De deelrepublieken Estland, Letland, Litouwen en Georgië verklaarden zich begin 1990 onafhankelijk. Gorbatsjov gaf aan dat die onafhankelijkheidsverklaringen onwettig waren. Hij was bezig met een nieuwe grondwet die de deelrepublieken een gedeeltelijke zelfstandigheid zou geven.
Niet iedereen binnen de Communistische Partij was het eens met die gedeeltelijke zelfstandigheid. Een groep belangrijke leden van de communistische partij, probeert met een staatsgreep op 19 augustus 1991 deze nieuwe hervormingen te voorkomen. Gorbatsjov werd gevangengezet in zijn eigen huis.
Boris Jeltsin, een belangrijke Russische politicus, wilde niet meewerken met de staatsgreep. Jeltsin ging die avond naar het Russische parlement. Staande bovenop een tank verklaarde hij dat de staatsgreep onwettig was en hij riep het leger op de staatsgreep niet te steunen. De burgers van Moskou steunden Jeltsin massaal. De plegers van de staatsgreep werden gearresteerd.
Maar Boris Jeltsin staat zijn nieuwe macht niet meer af. Michael Gorbachov treed op 24 augustus 1991. Jeltsin's machtsgreep zorgt voor het einde van de Sovjet-Unie. Voortaan zijn er in Oost-Europa een groot aantal landen die vóór 1991 samen de Sovjet-Unie vormden. De grootste daarvan is Rusland, waar Boris Jeltsin tussen 1991 en 1999 de president is.