1.4 sparen of lenen?

Als je spaart geef je maar een deel van je inkomsten uit en leg je het andere opzij voor iets anders.

Meestal heb je een reden om te sparen, dit noemen we het spaarmotief. Er zijn drie redenen om te sparen; oftewel er zijn drie spaarmotieven:

Als je spaart voor de rente is het goed om te weten hoe je met rente moet rekenen en hoe hoog de rente is.

Rente wordt altijd in procenten aangegeven. Als je een groot bedrag spaart, krijg je ook een groot bedrag als renteopbrengst. Dit komt omdat je dan een percentage van een groter bedrag neemt. 

 

 

De hoogte van de rente hangt af van:
- het bedrag dat je spaart bij de bank
- hoe lang je je geld vastzet bij de bank
- hoe goed het gaat met de economie in een land

Als je niet genoeg geld hebt, kun je geld lenen. Je gebruikt dan geld wat niet van jou is.

Wanneer je geld leent moet je hier rente voor betalen!

Als je geld leent betaal je meer rente, dan wanneer je zou sparen. Zo maakt de bank winst. Bovendien loopt de bank ook het risico dat iemand die het geleende geld dit niet kan terugbetalen.

als je geld leent bij de bank moet je geld terug betalen. Dit noem je aflossen 

Aflossen is het terugbetalen van het geleende geld. Rente is de vergoeding die je aan de bank moet betalen voor het geleende geld. Meestal betaal je iedere keer een stukje aflossing en een stukje rente terug. Dit noemen we een termijn.