Interbellum Periode tussen de twee wereldoorlogen. Inter = tussen, bellum = oorlog. |
Technologische ontwikkelingen Gebruik van nieuwe techniek waardoor nieuwe consumptiemiddelen ontwikkeld konden worden. |
Economische wereldcrisis 1929 In Amerika en in Europa ging het slecht met de economie: bedrijven gingen failliet en veel mensen werden werkloos. |
Nationaal-socialisme Het nationaalsocialisme, ook wel nazisme genoemd, is de anti-democratische beweging van Hitler. |
NSDAP Politieke partij van Adolf Hitler. Bij de verkiezingen van 1932 werd deze partij de grootste partij van Duitsland. |
Totalitaire staat Een staat of land waarin de politieke leider op alle tereinen de baas is. De leider is een dictator. |
Oorlogseconomie Hitler maakte Duitsland klaar voor de volgende oorlog. Hij investeerde veel in de wapenindustrie en voerde de dienstplicht in. |
Rassenwetten Wetten om van het Duitse volk een 'zuiver volk' te maken. Vooral gericht tegen Joden. De Joden kregen de schuld van alle problemen (anti-semitisme). |
Lebensraum De nazi's wilden meer levensruimte (Lebensraum) voor het Duitse volk. |
Hitlerjugend Vereniging voor de Duitse jeugd. Hitler probeerde met deze vereniging de jeugd te overtuigen van de nationaal-socialistische boodschap. |
Nazificatie De machtsovername van Adolf Hitler in 1933 had zeer ingrijpende gevolgen voor de maatschappij. Er was voortaan nog maar één politieke partij en heel het leven stond vanaf nu in dienst van het nationaal-socialisme. |
Hitler Adolf Hitler (1889-1945) was een in Oostenrijk geboren Duits politicus en de leider van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). Hitler veranderde Duitsland van een beginnende democratie in een totalitaire staat met hemzelf als de absolute dictator. |